Artikel 513, WIB 92
Art. 513, eerste lid, treedt in werking op 01.01.2020 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 01.01.2020 (art. 15 en 17, 6de lid, W 30.07.2018 - B.S. 10.08.2018; Numac: 2018031626)
[Elke wijziging die vanaf 26.07.2017 aan de afsluitingsdatum van het boekjaar wordt aangebracht, blijft zonder uitwerking voor de toepassing van de in dit hoofdstuk bedoelde bepalingen (art. 17, 7de lid, W 30.07.2018 - B.S. 10.08.2018; Numac: 2018031626)]
Wanneer de verkoopprijs wordt herbelegd in de hierna vermelde vormen en termijnen, worden, in afwijking van artikel 24, eerste lid, 2°, de meerwaarden die ten laatste in een belastbaar tijdperk dat aanvangt vóór 1 januari 2020 zijn verwezenlijkt op effecten die ten laatste op 31 december 1989 zijn uitgegeven of gewaarborgd door openbare instellingen en die op het ogenblik van de verwezenlijking sedert meer dan vijf jaar in het bezit zijn, aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk waarin zij zijn verwezenlijkt en voor elk van de vijf volgende belastbare tijdperken en dat ten belope van één zesde van hun bedrag voor elk van die belastbare tijdperken.
De herbelegging van de verkoopprijs van de effecten moet worden verricht in nieuwe effecten die genoteerd zijn op de beurs van Brussel en waarvan de duur ten minste vijf jaar bedraagt en die uitgegeven of gewaarborgd zijn door openbare instellingen.
De herbelegging dient uiterlijk te zijn gedaan binnen drie maanden na de datum van de verwezenlijking van de effecten.
De als herbelegging verkregen effecten moeten gedurende ten minste vijf jaar worden behouden.
Om voorgaand stelsel te kunnen genieten moeten de betrokken instellingen bij hun aangifte betreffende het belastbare tijdperk waarin de effecten zijn verwezenlijkt en voor elk van de vijf volgende belastbare tijdperken een opgave voorleggen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld voor de toepassing van artikel 47.
In geval van overdracht van de herbelegde effecten vóór het verstrijken van de termijn van vijf jaar of in geval van stopzetting van de werkzaamheid wordt, bij gebrek aan herbelegging in de voorgeschreven vormen en termijnen of bij niet voorleggen van de vereiste opgave, het nog niet belaste gedeelte van de verwezenlijkte meerwaarde aangemerkt als een belastbare winst van het belastbare tijdperk waarin, naar het geval, de herbeleggingstermijn is verstreken, de vereiste opgave niet wordt ingediend, de als herbelegging verkregen effecten worden overgedragen of de werkzaamheid wordt stopgezet.