Artikel 325, WIB 92

TITEL VII. - VESTIGING EN INNING VAN DE BELASTINGEN HOOFDSTUK III. - Onderzoek en controle Afdeling II. - Plichten van derden

Art. 325, eerste lid, treedt in werking voor alle of bepaalde categorieën van houders van een ondernemingsnummer, evenals voor natuurlijke personen, op een datum respectievelijk te bepalen door de Koning, en ten laatste op 01.01.2028 (art. 27 en 222, W 12.05.2024 - B.S. 30.05.2024; Numac: 2024003880)


De belastingplichtige wordt met een aangetekende zending opgeroepen om het getuigenverhoor bij te wonen.

De getuigen zijn verplicht getuigenis af te leggen over alle daden en feiten waarvan zij kennis hebben en waarvan de vaststelling nuttig kan zijn voor de toepassing der belastingwetten op de feiten waarover geschil is.

Alvorens te getuigen leggen zij de bij artikel 934 van het Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven eed af.

Het tegenbewijs is rechtens toegelaten.