Parlementaire vraag nr. 460 van de heer Sleeckx van 23.02.1990

Bull. nr. 696, pag. 2057

Giften - Erkende instellingen - Doorgeefluik voor giften aan niet-erkende instellingen.

VRAAG

In antwoord op een vraag (nr. 266 van de heer Marc Olivier van 3 mei 1989, zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 1988-1989, nr. 67, 4 juli 1989, blz. 5383) betreffende het opheffen van het verbod om als erkende instelling te fungeren als een soort doorgeefluik in het afleveren van de fiscalisatie-attesten ten voordele van niet-erkende instellingen maakte de minister gewag van de mogelijkheid dat, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, attesten mogen worden uitgereikt voor de giften die een erkende vereniging definitief en onherroepelijk heeft ontvangen en ingevolge een autonome beslissing aanwendt voor het verlenen van subsidies aan niet-erkende instellingen, die hetzelfde onbaatzuchtige doel als zijzelf nastreven.
Wat houden bovenvernoemde voorwaarden precies in ?

ANTWOORD

Zoals ik ook in het antwoord op de door het geacht lid geciteerde vraag heb gedaan, wens ik er vooraf op te wijzen dat de Administratie der Directe belastingen in het verleden reeds meermaals herinnerd heeft aan het verbod fiscale attesten uit te reiken, wanneer erkende verenigingen optraden als doorgeefluik voor giften die bestemd waren voor niet-erkende verenigingen.

De administratie heeft echter nooit willen verhinderen dat een erkende vereniging subsidies zou verlenen aan niet-erkende instellingen, voor zover deze laatsten activiteiten verrichten in hetzelfde domein als de erkende instellingen en haar een attest overlegde waarop de datum van de storting even als de bestemming die aan de ontvangen gelden is gegeven, was vermeld (cf. nr. 71/23.26 van de Administratieve commentaar).

Deze voorwaarden bleken echter niet afdoende om een oneigenlijk gebruik inzake het doorstorten van giften uit te bannen. Om die reden is beslist dat voor giften die een erkende vereniging aanwendt voor het verlenen van subsidies aan niet-erkende verenigingen voortaan alleen fiscale attesten mogen worden uitgereikt, wanneer aan de hiernavermelde voorwaarden is voldaan :

1.de giften moeten rechtstreeks zijn gestort aan een definitief en onherroepelijk toekomen aan de erkende vereniging, die ze in haar boekhouding moet opnemen onder haar eigen inkomsten;
2.de begunstigde, niet-erkende vereniging moet hetzelfde onbaatzuchtige doel nastreven als de erkende vereniging;
3.alleen de erkende instelling verkrijgt het eigendomsrecht over de gift, wat betekent dat zij autonoom over de aanwending ervan moet beslissen; zij mag daarbij ofwel rekening houden met het verzoek van de schenker, doch dit verzoek is juridisch vrijblijvend voor de begiftigde erkende instelling en mag niet de aard hebben een uitdrukkelijke voorwaarde; de mededelingen via de pers of in folders, publikaties, aanschrijvingen enzovoort, zowel van de erkende als de niet-erkende vereniging, mogen geen twijfel doen ontstaan over het eigendomsrecht van de ingezamelde giften, maar er mag in dit verband wel worden op gewezen dat de niet-erkende instellingen dezelfde doelstellingen nastreeft als de erkende vereniging;
4.de gesubsidieerde, niet-erkende instelling mag niet meer dan 20 % van die subsidie besteden aan kosten van algemeen beheer (cf. §4, 2, a) van de artikelen 47ter, quater, en quinquies en §3, a), van artikel 47 quinquies/1 van het Koninklijk Besluit van tot uitvoering van het WIB). In dit verband is vereist dat de begunstigde instelling een getuigschrift overlegt waarop de datum van de storting, evenals de bestemming die aan de ontvangen gelden is gegeven, zijn vermeld. Dit getuigschrift moet worden gestaafd door bewijskrachtige bescheiden waaruit blijkt dat de genietende instelling de ontvangen gelden daadwerkelijk heeft aangewend voor de erin vermelde doeleinden.

Met het oog op een mogelijke controle hierop, moet daarenboven een verklaring worden voorgelegd waarin de gesubsidieerde instelling de verbintenis aangaat de ambtenaren van de directe belastingen toe te staan de boekhouding te onderzoeken. Ten slotte moet de begunstigde instelling zich ertoe verbinden de ontvangen subsidie aan de erkende vereniging terug te storten wanneer ingevolge de voormelde controle zou blijken dat meer dan 20 % van de subsidie is aangewend voor kosten van algemeen beheer of de ontvangen gelden niet zijn aangewend overeenkomstig de vermeldingen van het getuigschrift.

De voormelde onderrichtingen worden te gelegener tijd ter kennis gebracht van de belanghebbende verenigingen en de bevoegde taxatiediensten en zullen eerlang in de administratieve commentaar worden opgenomen.