Artikel 539, WIB 92
Art. 539, § 4 (invoeging), treedt in werking op 01.01.2023 (art. 113 en 124, 2de lid, progW 26.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043127)
§ 1. Dit artikel is van toepassing wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de belastingplichtige heeft vanaf 1 januari 2005 en uiterlijk op 31 december 2013 een of meerdere hypothecaire leningen aangegaan om zijn enige woning te bouwen, verwerven of verbouwen;
2° de woning waarvoor een in het 1° vermelde hypothecaire lening is aangegaan, is de eigen woning van de belastingplichtige geweest en vervolgens vóór 1 januari 2016 een andere dan de eigen woning geworden;
3° de belastingplichtige heeft voor het vorige belastbare tijdperk voor de betalingen voor de in het 1° vermelde hypothecaire leningen en voor de bijdragen betaald ter uitvoering van een verzekeringscontract dat uitsluitend dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van die hypothecaire leningen, de toepassing gevraagd van de artikelen 104, 9°, 115, 116 en 145^1, 2° en 3°, zoals ze bestonden alvorens ze werden gewijzigd of opgeheven bij de artikelen 20, 22 en 24 van de wet van 8 mei 2014.
In die gevallen kan de belastingplichtige voor die leningen en contracten de toepassing vragen van de artikelen 104, 9°, 115, 116, 145^1, 2° en 3°, en 242, § 2, zoals ze bestonden alvorens ze werden gewijzigd of opgeheven bij de artikelen 20, 22, 24 en 74 van de wet van 8 mei 2014, evenwel met dien verstande dat:
1° het voordeel wordt verleend onder de vorm van een belastingvermindering;
2° het overeenkomstig de in voormelde artikelen 115, § 1, eerste lid, 6°, en 116 bepaalde maximumbedrag waarvoor de belastingvermindering kan worden verleend, wordt verminderd met het bedrag van de uitgaven voor het verwerven of behouden van de eigen woning waarvoor de in de artikelen 145^37 en 145^39 vermelde verminderingen kunnen worden verleend;
3° de belastingvermindering wordt berekend tegen het voor de belastingplichtige hoogste belastingtarief als vermeld in artikel 130, met een minimum van 30 %. In geval de uitgaven die voor de vermindering in aanmerking komen betrekking hebben op meer dan één belastingtarief, wordt voor elk deel van de uitgaven het overeenstemmend tarief in aanmerking genomen;
4° wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en beide echtgenoten uitgaven hebben gedaan waarvoor de toepassing van de voormelde artikelen wordt gevraagd, de echtgenoten deze uitgaven vrij kunnen verdelen binnen de in de voormelde artikelen 115, § 1, eerste lid, 6°, en 116 bedoelde begrenzingen;
5° de belastingvermindering wordt aangerekend overeenkomstig artikel 178/1, na de in artikel 145^1, 1°, vermelde belastingvermindering;
6° de belastingvermindering in mindering wordt gebracht om de gemiddelde aanslagvoeten als bedoeld in artikel 171, 5° en 6° te bepalen.
De belastingvermindering wordt verleend voor zover de woning waarvoor de lening is aangegaan niet de eigen woning is van de belastingplichtige wanneer de uitgaven worden gedaan.
§ 2. De interesten van de in § 1, eerste lid, bedoelde leningen waarvoor de belastingplichtige overeenkomstig § 1, tweede lid, de toepassing heeft gevraagd van de daar vermelde artikelen, komen niet in aanmerking van de toepassing van artikel 14.
Het bedrag waarvoor de belastingvermindering wordt verleend, wordt in mindering gebracht van het in artikel 145^6, eerste lid, eerste streepje, bedoelde bedrag, zonder rekening te houden met het verschil tussen de eventuele verhogingen bedoeld in het in § 1, tweede lid, vermelde artikel 116 en de eventuele verhogingen bedoeld in artikel 145^37 waarvoor de in datzelfde artikel bedoelde belastingvermindering kan worden verleend.
§ 3. De in euro uitgedrukte bedragen die zijn vermeld in de in § 1, tweede lid, vermelde artikelen 115 en 116 worden jaarlijks en gelijktijdig aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk aangepast overeenkomstig artikel 178, § 3, tweede lid. Artikel 174/1 is van toepassing op diezelfde bedragen.
§ 4. Elke handeling die vanaf 1 januari 2023 wordt gesteld en tot doel of gevolg heeft dat de in dit artikel bedoelde belastingvermindering voor een langere looptijd kan worden verleend dan het geval was op 31 december 2022, wordt als niet bestaande beschouwd wat betreft de verlenging van de duurtijd waarin de belastingvermindering kan worden verleend.