Parlementaire vraag nr. 2605 van de heer Marco Van Hees van 01.04.2019

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2018-2019, QRVA 54/186, d.d. 15.05.2019, blz. 193

Europese lijst van belastingparadijzen (MV 29044).

VRAAG

Op 12 maart 2019 zou de Europese Unie haar nieuwe lijsten van belastingparadijzen publiceren. Oxfam waarschuwt dat de EU 23 landen van haar grijze lijst van belastingparadijzen zou kunnen schrappen. De PVDA sluit zich aan bij de bezorgdheid van Oxfam en hekelt deze stap achteruit van de EU, die ten gevolge van druk uit politieke en economische hoek haar nieuwe lijsten veeleer zou baseren op de formele verbintenissen van die landen dan op de werkelijkheid.

De Europese Unie schrapt de landen van de lijst die zich ertoe verbinden hun wetgeving te veranderen, maar de feiten tonen aan dat de belangrijkste belastingparadijzen in wezen belastingparadijzen gebleven zijn.

Zo werd bijvoorbeeld Hong Kong van de zwarte lijst gehaald, terwijl dit land zijn schadelijke fiscale systeem niet heeft afgebouwd, maar het net heeft uitgebreid naar de winst die in Hong Kong gerealiseerd wordt, boven op de winsten uit het buitenland. Een lijst die gebaseerd is op de feiten is dus noodzakelijk.

Het is ook onbegrijpelijk dat de EU-lidstaten sowieso niet op die lijsten van belastingparadijzen worden geplaatst.

1. Wat is het Belgische standpunt inzake de nieuwe lijsten van belastingparadijzen van de Europese Unie? Vindt u dat de landen die werden geschrapt terecht uit de lijst werden weggehaald?

2. Vindt u dat de verbintenissen van de betrokken landen volstaan om van de lijst geschrapt te worden? Moet men zich volgens u niet veeleer baseren op geverifieerde concrete economische feiten bij het opstellen van de lijsten?

3. Welke criteria hanteert men bij het opstellen van de twee lijsten van belastingparadijzen in de Belgische wetgeving? Hoe verklaart u het verschil tussen de Belgische en de Europese lijsten?

4. Vindt u het normaal dat de EU-lidstaten sowieso niet op de lijsten van belastingparadijzen van de Europese Unie worden geplaatst?

ANTWOORD

1 en 2. België steunde vanaf het begin het idee van een zwarte lijst waardoor de belastingparadijzen op Europees niveau geüniformiseerd konden worden. België is steeds voorstander geweest van dit initiatief van de Europese Unie en blijft geloven in het nut van deze lijst om de druk op de belastingparadijzen te vergroten.

Bovendien maakt België deel uit van de groep van lidstaten die onder meer het werk op het niveau van de sanctiemaatregelen wensen te verdiepen. Op het niveau van criteria, wenst België eveneens deze weg te volgen ter uitbreiding van de criteria. We kunnen alleen maar tevreden zijn met het succes van deze nieuwe Europese lijsten, die een krachtig signaal bevatten aan de rechtsgebieden die hierin staan, maar ook met de rechtsgebieden die fiscale hervormingen voerden waarvoor ze zich hadden geëngageerd. Hierdoor worden de inspanningen van deze rechtsgebieden herkend. We merken inderdaad een concrete impact op internationaal niveau: meer dan honderd regelgevingen werden aangenomen in 60 rechtsgebieden.

De lijst is trouwens het voorwerp van een dynamisch proces ten gevolge van veranderingen en updates aangebracht door de geviseerde rechtsgebieden. Het is essentieel de dialoog, indien mogelijk, op een positieve manier te vervolgen. Het is belangrijk te onderstrepen dat bepaalde derde landen nu de noodzakelijke wetgeving hebben aangenomen en dat deze van de lijst belastingparadijzen geschrapt zijn. Deze staten zullen het voorwerp blijven maken van een nauwe opvolging door de Europese Unie om toe te zien op de naleving van hun nieuwe wetgeving.

België wenst eveneens te wijzen op het belang van objectieve en uniforme criteria voor alle landen. Deze aanpak maakt het mogelijk de werkelijke vooruitgang van elke regelgeving te volgen.

3. De eerste lijst, vastgelegd in artikel 179 KB/WIB 92 tot invoering van een meldingsplicht omtrent betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gedaan zijn aan personen gevestigd in een Staat zonder of met een lage belasting, heeft als criterium de afwezigheid van belasting of de lage belasting (tarief onder de 10 %) in deze Staten.

De tweede lijst, vastgelegd in artikel 734quater KB/WIB, bevat een lijst met Staten waarvan, in het kader van uitgekeerde dividenden, wordt verondersteld dat zij gemeenrechtelijke bepalingen hebben inzake directe belastingen die als aanzienlijk gunstiger geacht worden dan in België.

De door België gehanteerde criteria voor haar eigen lijsten zijn dus bijgevolg strikter dan deze gehanteerd door de Europese Unie, aangezien zij gebaseerd zijn op het al dan niet bestaan van belastingheffing op het grondgebied van het derde land.

4. De Lidstaten van de Europese Unie zijn eveneens verplicht de criteria, vereist voor het opstellen van de zwarte Europese lijst, te respecteren. De fiscale praktijken van iedere Lidstaat zijn trouwens onderworpen aan een audit, gerealiseerd door de Groep gedragscode op Europees niveau en door het Forum voor "harmful preferential taks regimes" op internationaal niveau.