Artikel 445, WIB 92
Art. 445, § 6 (invoeging), treedt in werking op 01.01.2023 (art. 12 en 18, W 21.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043134)
[Deze wet regelt de verplichtingen van de exploitanten van digitale platformen en van de FOD Financiën inzake de inlichtingen die moeten worden meegedeeld aan een bevoegde autoriteit van een ander rechtsgebied in het kader van een automatische gegevensuitwisseling met betrekking tot de handelingen gerealiseerd door de tussenpersoon-digitaal platform, overeenkomstig de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen of overeenkomstig artikel 6 van de Gezamenlijke overeenkomst tussen de Raad van Europa en de OESO van 25 januari 1988 inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden.
Deze wet verzekert eveneens de omzetting van de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (art. 1, § 2, W 21.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043134)]
§ 1. De door de adviseur-generaal gemachtigde ambtenaar kan een geldboete van 50 euro tot 1.250 euro opleggen voor iedere overtreding van de bepalingen van dit Wetboek, evenals van de ter uitvoering ervan genomen besluiten.
De Koning legt de schaal van de administratieve geldboetes vast en regelt hun toepassingsmodaliteiten.
Deze geldboete wordt gevestigd en ingevorderd volgens de regelen die van toepassing zijn inzake personenbelasting.
In afwijking van het tweede lid, wordt de geldboete, die samen met de voorheffing waarop zij betrekking heeft wordt ingekohierd, gevestigd en ingevorderd volgens de regels die van toepassing zijn inzake roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing.
Geen boete wordt toegepast wanneer de belastingplichtige aantoont dat het bedrag van de kosten, bedoeld in artikel 57, of van de voordelen van alle aard bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2°, en 32, tweede lid, 2°, begrepen is in een door de verkrijger overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte of in een door de verkrijger in het buitenland ingediende gelijkaardige aangifte.
§ 2. In afwijking van § 1, eerste lid, legt de door de bevoegde adviseur-generaal gemachtigde ambtenaar een geldboete op van 6.250 euro wanneer niet voldaan is aan de in artikel 307, § 1/1, eerste lid, c, § 1/3 en § 1/4, bedoelde verplichting.
De voormelde geldboete wordt opgelegd per jaar en per niet gemelde juridische constructie.
§ 3. In afwijking van § 1, eerste lid, kan de door de bevoegde adviseur-generaal gemachtigde ambtenaar voor een overtreding van de bepalingen van de artikelen 321/1 tot 321/6, evenals van de ter uitvoering ervan genomen besluiten, een boete opleggen van 1.250 euro tot 25.000 euro vanaf de tweede overtreding. Voor de overtredingen toe te schrijven aan kwade trouw of aan het opzet de belasting te ontduiken kan voor de eerste overtreding een boete van 12.500 euro worden opgelegd. Vanaf de tweede overtreding kan een boete van 25.000 euro worden opgelegd.
De Koning legt de schaal van de administratieve geldboetes vast en regelt hun toepassingsmodaliteiten.
§ 4. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, legt de door de bevoegde adviseur-generaal gemachtigde ambtenaar voor de overtreding van de bepalingen van de artikelen 326/1 tot en met 326/9, evenals van de ter uitvoering ervan genomen besluiten, die bestaat uit het onvolledig verstrekken van de inlichtingen bedoeld in artikel 338, § 6/4, een boete op van 1.250 euro tot 12.500 euro. Voor dergelijke overtredingen gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden wordt een boete van 2.500 euro tot 25.000 euro opgelegd.
De door de bevoegde adviseur-generaal gemachtigde ambtenaar legt voor de overtreding van de bepalingen van de artikelen 326/1 tot en met 326/9, evenals van de ter uitvoering ervan genomen besluiten, die bestaat uit het niet of laattijdig verstrekken van de inlichtingen bedoeld in artikel 338, § 6/4, een boete op van 5.000 euro tot 50.000 euro. Voor dergelijke overtredingen gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden wordt een boete van 12.500 euro tot 100.000 euro opgelegd.
De Koning legt de progressieve schaal van de administratieve geldboetes vast en regelt hun toepassingsmodaliteiten.
§ 5. In afwijking van paragraaf 1, kan de bevoegde adviseur-generaal van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie of de door hem gedelegeerde ambtenaar een administratieve geldboete opleggen van 250 euro tot 3.000 euro in geval van niet-naleving van de aangifteverplichtingen bedoeld in artikel 473.
De inbreuk voorzien in het vorige lid wordt geacht te bestaan vanaf zijn vaststelling en mededeling aan de belastingplichtige door de administratie.
De Koning legt de schaal van de administratieve geldboetes vast en regelt hun toepassingsmodaliteiten.
§ 6. In afwijking van paragraaf 1 legt de bevoegde adviseur-generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 25.000 euro op aan de platformexploitant, in geval van niet-naleving van diens registratieverplichtingen zoals bepaald in artikel 321septies, § 1.
In afwijking van paragraaf 1 legt de bevoegde adviseur-generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 50.000 euro op aan de platformexploitant, in geval van voortzetting door de platformexploitant van zijn activiteit op het grondgebied van België, na de intrekking van zijn registratie door de Belgische bevoegde autoriteit, zoals bepaald in artikel 321septies, § 5.
De in het eerste en tweede lid bedoelde boetes worden verhoogd met 50 % per opeenvolgende toepassing van deze laatste.
In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, legt de door de bevoegde adviseur-generaal gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 1.250 euro tot 12.500 euro op voor een inbreuk op de bepalingen van artikel 321sexies, alsook op de ter uitvoering ervan genomen besluiten, en die bestaat uit het onvolledig verstrekken van de in dat artikel bedoelde inlichtingen. Voor dergelijke inbreuken gepleegd met een frauduleus oogmerk of met het oogmerk om te schaden wordt een boete opgelegd van 2.500 euro tot 25.000 euro.
De door de bevoegde adviseur-generaal gedelegeerde ambtenaar legt, voor een inbreuk op de bepalingen van artikel 321sexies alsook op de ter uitvoering ervan genomen besluiten, die bestaat uit het niet of laattijdig indienen van de in hetzelfde artikel beoogde inlichtingen, een boete op van 2.500 euro tot 25.000 euro. Voor dergelijke inbreuken gepleegd met een frauduleus oogmerk of met het oogmerk om te schaden wordt een boete opgelegd van 5.000 euro tot 50.000 euro.
Bij ontbreken van kwade trouw, kan worden afgezien van de toepassing van de boete.
De Koning bepaalt de schalen van de in het vierde en vijfde lid bedoelde administratieve boetes en regelt de wijze van toepassing ervan.