Artikel 275^13, WIB 92

Art. 275^13 (invoeging) is van toepassing op de uren die vanaf 01.01.2024 als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt worden gepresteerd (art. 17, en 18, progW 22.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048600)


§ 1. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf en zich in hoofdzaak bezighouden met fruitteelt of groenteteelt.

§ 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° fruitteelt: de teelt van hard fruit, zacht fruit en steenvruchten met inbegrip van de druiventeelt;

2° groenteteelt: de teelt van groenten in open lucht of onder glas, met uitzondering van de teelt van paddenstoelen en truffels;

3° gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt: gelegenheidsarbeider als bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders die is tewerkgesteld door een in artikel 4 bedoelde werkgever;

4° uur gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt: een uur dat effectief wordt gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt evenals een uur dat met een effectief gepresteerd uur als gelegenheidsarbeider wordt gelijkgesteld en waarvoor het normale loon verschuldigd is door de werkgever.

§ 3. De in paragraaf 1 bedoelde werkgevers die bezoldigingen betalen of toekennen voor vanaf 1 januari 2024 geleverde prestaties als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt en die krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, schuldenaar zijn van de bedrijfsvoorheffing op die bezoldigingen, worden ervan vrijgesteld een deel van de bedrijfsvoorheffing die zij verschuldigd zijn op de bezoldigingen van de betrokken gelegenheidsarbeiders in de Schatkist te storten, op voorwaarde dat de bedrijfsvoorheffing volledig op die bezoldigingen wordt ingehouden.

De niet te storten bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 1,23 euro per uur vermenigvuldigd met het totaal aantal uren die zijn gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt en waarvoor voor het eerst bezoldigingen worden betaald of toegekend.

§ 4. De in paragraaf 3 bedoelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt toegepast op de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is op de bezoldigingen van alle gelegenheidsarbeiders in de fruit- of groenteteelt die door de betrokken werkgever worden tewerkgesteld, na toepassing van de in de artikelen 275^1, 275^5, 275^8 tot 275^10 en 275^12 bedoelde vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

De in paragraaf 3 bedoelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan niet worden toegepast op de bedrijfsvoorheffing die aanvullend bovenop de bedrijfsvoorheffing die reglementair minimaal verschuldigd is, wordt ingehouden.

§ 5. Het in paragraaf 3, tweede lid, vermelde bedrag is gekoppeld aan de afgevlakte gezondheidsindex als bedoeld in artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, voor de maand september 2023. Op 1 januari van elk jaar wordt dat bedrag aangepast door het te vermenigvuldigen met het cijfer van de afgevlakte gezondheidsindex voor de maand september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het nieuwe bedrag van toepassing zal zijnen gedeeld door het cijfer van de afgevlakte gezondheidsindex voor de maand september 2023. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond tot de hogere of lagere eurocent naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt.

§ 6. De Koning bepaalt de nadere regels voor de aanvraag van de toepassing van dit artikel en de manier waarop het bewijs wordt geleverd dat aan de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel is voldaan.