Artikel 174, WIB 92

Art. 174, inleidende zin, is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2016 (art. 111 en 113, progW 19.12.2014 - B.S. 29.12.2014; Numac: 2014021137)

[Wanneer een belastingplichtige in 2014 voor een collectieve spaarrekening of een individuele spaarrekening of een spaarverzekering betalingen heeft verricht van meer dan 940 euro en ten hoogste 950 euro, wordt het verschil tussen die betalingen en 940 euro voor de toepassing van de artikelen 145^8, 145^10 en 174, 2°, WIB 92 beschouwd als een in 2015 gedane betaling. Inwerkingtreding op 29.12.2014 (art. 14 en 16, progW 19.12.2014 - B.S. 29.12.2014; Numac: 2014021137)]

Behoudens in geval van overlijden vinden de bepalingen van artikel 171, 1°bis, slechts toepassing op voorwaarde dat:

1° de in artikel 145^9, eerste lid, 1°, b, bepaalde minimumlooptijd van 10 jaar verstreken is;

2° de belastingplichtige gedurende ten minste 5 belastbare tijdperken stortingen heeft verricht op een collectieve of op een individuele spaarrekening of als premie van een spaarverzekering;

3° elke storting gedurende ten minste 5 jaar belegd is gebleven.

(...)