Artikel 206/1, WIB 92

Art. 206/1, tweede lid, 1°, c), en, m) en o) (opgeheven), is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (08.01.2023) (art. 21, W 21.12.2022 - B.S. 29.12.2022; Numac: 2022043130)


Om het belastbare resultaat vast te stellen, wordt het resultaat van het belastbare tijdperk, waarin niet zijn begrepen de krachtens dit Wetboek of de krachtens specifieke wettelijke bepalingen vrijgestelde gereserveerde winst, vooraf volgens bestemming in de volgende categorieën onderverdeeld:

1° reserves;

2° verworpen uitgaven en overige bestanddelen van het resultaat;

3° dividenden.

Voor de toepassing van het eerste lid moet worden verstaan:

1° onder "reserves", het gereserveerde resultaat, verminderd met:

a) de winst die voortvloeit uit de minderwaarden die door de schuldenaar zijn opgetekend op bestanddelen van het passief ten gevolge van de homologatie van een reorganisatieplan door de rechtbank of ten gevolge van de vaststelling door de rechtbank van een minnelijk akkoord krachtens Boek XX, titel V van het Wetboek van economisch recht, voor het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het reorganisatieplan of het minnelijk akkoord volledig is uitgevoerd voor zover de overeenkomstig artikel 48/1 vastgestelde voorwaarden worden nageleefd;

b) het gedeelte van de meerwaarde op de in artikel 65, bedoelde voertuigen, andere dan die bedoeld in artikel 66, § 2, 1° tot 3°, dat niet in aanmerking wordt genomen krachtens artikel 24, vierde lid;

c) de krachtens artikel 192 vrijgestelde meerwaarden op aandelen en de tijdens het belastbare tijdperk teruggenomen waardeverminderingen op aandelen die voorheen krachtens artikel 198, § 1, 7°, als verworpen uitgaven zijn belast, in zover die waardeverminderingen op het einde van dat belastbare tijdperk niet meer verantwoord zijn;

d) de opnemingen van gestort kapitaal in de zin van artikel 184, met uitsluiting van de terugbetalingen van gestort kapitaal ter uitvoering van een regelmatige beslissing van de vennootschap overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of, indien de vennootschap niet onder dit Wetboek ressorteert, overeenkomstig het recht dat de vennootschap beheerst;

e) de winst die voortvloeit uit tijdens het belastbare tijdperk verkregen terugbetalingen van belastingen die vroeger niet als beroepskosten zijn aangenomen en de regulariseringen van geraamde belastingschulden die voorheen als verworpen uitgaven zijn belast, in zover die terugbetalingen en regulariseringen niet kunnen worden afgetrokken van de niet-aftrekbare belastingen die bij de verworpen uitgaven van het belastbare tijdperk moeten worden gevoegd;

f) de sommen die definitief werden vrijgesteld overeenkomstig de artikelen 194ter, 194ter/1 of 194ter/3;

g) de sommen die overeenkomstig de artikelen 193bis, § 1, en 193ter, § 1, zijn vrijgesteld;

h) het onder de belastingvrije winst van de inbrengende vennootschap opgenomen bedrag, naar aanleiding van een inbreng van een tak van werkzaamheid of van een algemeenheid van goederen uitgevoerd in overeenstemming met artikel 46, § 1, eerste lid, 2°, dat onder de voorwaarden van artikel 192, § 2, wordt vrijgesteld en dat zijn oorsprong vindt in een herbelegging als bedoeld in artikel 47 of in een kapitaalsubsidie als bedoeld in artikel 362, die deel uitmaakt van die inbreng;

i) de sommen die definitief vrijgesteld zijn krachtens artikel 194quinquies, § 2;

j) de winst ten belope van het financieringskostensurplus, vrijgesteld krachtens artikelen 194sexies en 194septies, tweede streepje;

k) de winst ten belope van de vergoeding ontvangen in uitvoering van een groepsbijdrage-overeenkomst, vrijgesteld krachtens artikel 194septies, eerste streepje;

l) de winst die voortkomt van de terugbetaling tijdens het belastbaar tijdperk van een gedeelte van het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling overeenkomstig artikel 292bis, § 1, vijfde lid;

m) (...)

n) de definitief vrijgestelde sommen voor de terugneming van waardeverminderingen overeenkomstig artikel 184quinquies, tweede lid;

o) (...)

p) de winst die op basis van artikel 185, § 2, b, wordt herzien;

q) overige bij wet vrijgestelde winst, andere dan deze bedoeld in artikel 206/5;

en verhoogd met de bedragen in mindering gebracht van de begintoestand van de reserves;

2° onder "verworpen uitgaven en overige bestanddelen van het resultaat":

- de niet als beroepskosten aftrekbare bedragen;

- het bedrag, vóór aftrek van het vrijgestelde gedeelte, van de giften bedoeld in artikel 145^33, § 1, eerste lid, 1° tot 4°, a;

- de voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt in de loop van het belastbare tijdperk, voor zover ze niet in het gereserveerde resultaat is begrepen;

- de overige bij wet vastgestelde belastbare bestanddelen, die niet tot een andere categorie behoren;

3° onder "dividenden", de dividenden bedoeld in artikel 18.