Artikel 292bis, WIB 92
Art. 292bis, § 1, eerste (vervanging), tweede en vijfde lid, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2025 (art. 71 en 72, 2de lid, W 19.12.2023 - B.S. 28.12.2023; Numac: 2023048529)
[Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 15.12.2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Europese Unie (art. 2, § 1, W 19.12.2023 - B.S. 28.12.2023; Numac: 2023048529)]
§ 1. De belastingplichtige kiest om het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling volledig met de vennootschapsbelasting of met de belasting van niet-inwoners voor de in artikel 227, 2°, vermelde belastingplichtigen te verrekenen, of het over te dragen volgens de in deze paragraaf bepaald regels.
Indien een aanslagjaar geen of onvoldoende belasting oplevert om het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling te kunnen verrekenen, wordt het voor dat aanslagjaar niet verrekende belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling achtereenvolgens overgedragen naar de volgende drie aanslagjaren.
De verrekening van het overgedragen belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling met de belasting van elk van de volgende aanslagjaren mag in geen geval per aanslagjaar meer bedragen dan 105.400 euro (basisbedrag) of, wanneer het totale bedrag van het overgedragen belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling op het einde van het vorig aanslagjaar 421.600 euro (basisbedrag) overtreft, 25 % van dat totale bedrag. Deze bedragen worden jaarlijks aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk aangepast. Die aanpassing gebeurt met behulp van de in artikel 178, § 3, eerste lid, 2°, bepaalde coëfficiënt.
Het saldo van overgedragen belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling van het oudste aanslagjaar wordt het eerst verrekend.
Indien er voor een bepaald aanslagjaar na verrekening met de belasting van vier opeenvolgende aanslagjaren, een gedeelte van het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling dat verband houdt met dat aanslagjaar niet kan worden verrekend, wordt dit gedeelte terugbetaald.
§ 2. Indien, in de loop van het belastbare tijdperk, een verwerving van of een wijziging van de controle over een vennootschap plaatsgrijpt die niet beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, wordt het nog niet verrekende belastingkrediet niet overgedragen op de vennootschapsbelasting met betrekking tot dat belastbare tijdperk, noch tot enig ander later belastbaar tijdperk.