Artikel 145^43, WIB 92
Art. 145^43 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2015 (art. 50 en 72, 1ste lid, W 08.05.2014 - B.S. 28.05.2014; Numac: 2014003239 - err. B.S. 27.01.2015)
Er wordt een belastingvermindering verleend voor:
1° de interesten van schulden die voor 1 januari 2015 specifiek zijn aangegaan om de woning te verwerven of te behouden die op het ogenblik dat de interesten worden betaald de eigen woning is van de belastingplichtige en waarvan het inkomen begrepen is in zijn belastbare onroerende inkomsten vóór toepassing van artikel 12, met uitzondering van de interesten die in aanmerking komen voor de in artikel 145^37 vermelde belastingvermindering;
2° de termijnen en de waarde van ermee gelijkgestelde lasten met betrekking tot de aanschaffing van een recht van erfpacht of recht van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten andere dan de in artikel 10, § 2, vermelde rechten van gebruik, op de in 1° vermelde woning.
De in het eerste lid vermelde interesten en vergoedingen komen voor de belastingvermindering in aanmerking in de mate dat ze niet meer bedragen dan het netto-inkomen van onroerende goederen van de belastingplichtige.
Het overeenkomstig het tweede lid bepaalde bedrag van de intresten en vergoedingen wordt verminderd met:
1° het bedrag van die interesten en vergoedingen in verhouding tot het netto inkomen van in het buitenland gelegen onroerende goederen dat krachtens internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting is vrijgesteld ten opzichte van het totale netto inkomen van onroerende goederen;
2° de helft van het bedrag van die interesten en vergoedingen in verhouding tot het nettoinkomen van niet in het 1° bedoelde in het buitenland gelegen onroerende goederen ten opzichte van het totale netto inkomen van onroerende goederen.
De belastingvermindering wordt berekend tegen het overeenkomstig artikel 145^37, § 3, bepaalde tarief op de overeenkomstig de vorige leden bepaalde bedrag van de in aanmerking te nemen interesten en vergoedingen.
Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd:
- worden de in het eerste lid vermelde interesten en vergoedingen en het netto-inkomen van onroerende goederen voor beide echtgenoten samengenomen;
- wordt het bedrag waarop de belastingvermindering wordt berekend evenredig omgedeeld in functie van het overeenkomstig 130 belaste inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten.