Artikel 211, WIB 92

Art. 211, § 1, zesde lid, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (07.02.2022) (art. 67, W 21.01.2022 - B.S. 28.01.2022; Numac: 2022040046)


§ 1. In geval van fusie, splitsing of met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting als bedoeld in artikel 210, § 1, 1°, en in geval van met splitsing gelijkgestelde verrichting als bedoeld in artikel 210, § 1, 1°bis:

1° komen de meerwaarden bedoeld in de artikelen 44, § 1, 1°, en 47, die op het ogenblik van de verrichting zijn vrijgesteld, de kapitaalsubsidies bedoeld in artikel 362, die op het ogenblik van de verrichting nog niet als winst worden aangemerkt, alsmede de meerwaarden die naar aanleiding van die verrichting worden verwezenlijkt of vastgesteld, niet in aanmerking voor belastingheffing ingevolge artikel 208, tweede lid, of artikel 209;

2° blijft belastingheffing ingevolge artikel 209 voor het overige achterwege in de mate dat de inbrengen worden vergoed met nieuwe aandelen die daartoe worden uitgegeven, of in de mate dat, in de in § 2, derde lid, bedoelde gevallen, de overnemende of verkrijgende vennootschap de vóór de verrichting bij de overgenomen of gesplitste vennootschap aanwezige vrijgestelde reserves, die niet zijn verbonden aan een buitenlandse inrichting van deze vennootschap gelegen in een Staat waarmee België een overeenkomst ter vermijding van de dubbele belasting heeft ondertekend, overneemt.

In geval van splitsing of met splitsing gelijkgestelde verrichting wordt de in het eerste lid, 2°, bedoelde overname van vrijgestelde reserves beperkt tot het gedeelte van de bij de gesplitste vennootschap aanwezige vrijgestelde reserves dat evenredig is met het gedeelte van de totale fiscale nettowaarde van de gesplitste vennootschap dat is overgegaan naar de overnemende of verkrijgende vennootschap.

Indien de fiscale nettowaarde van de gesplitste vennootschap nul is, is de in het eerste lid, 2°, bedoelde overneming, in afwijking van het vorige lid, beperkt tot het gedeelte van de vrijgestelde reserves van de gesplitste vennootschap dat evenredig is met de fiscale nettowaarde van de actiefbestanddelen van de gesplitste vennootschap die zijn overgegaan naar de overnemende of verkrijgende vennootschap.

Het eerste lid is slechts van toepassing op voorwaarde dat:

1° de overnemende of verkrijgende vennootschap een binnenlandse vennootschap of een intra-Europese vennootschap is;

2° (...)

3° de verrichting beantwoordt aan het bepaalde in artikel 183bis.

Ingeval de overnemende of verkrijgende vennootschap een intra-Europese vennootschap is, is het eerste lid van toepassing voor wat betreft:

- de ten gevolge van de verrichting verkregen bestanddelen die worden aangewend en behouden binnen een in artikel 229, § 1, bedoelde Belgische inrichting waarover de overnemende of verkrijgende vennootschap in België, al dan niet ten gevolge van deze verrichting, beschikt, en die bijdragen tot de totstandkoming van de resultaten van deze inrichting die in toepassing van artikel 233 in aanmerking worden genomen voor de belastinggrondslag;

- en de vrijgestelde reserves van de overgenomen of gesplitste vennootschappen, andere dan de vrijgestelde reserves verbonden aan een buitenlandse inrichting, die worden teruggevonden binnen het eigen vermogen van de voormelde Belgische inrichting.

Het eerste lid is evenmin van toepassing op verrichtingen waaraan deelnemen een door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten erkende vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of in niet genoteerde aandelen, een gereglementeerde vastgoedvennootschap of een Europese langetermijnbeleggingsinstelling of een bij de FOD Financiën op de lijst van de private privaks ingeschreven vennootschap of op de lijst van de gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen ingeschreven vennootschap, behoudens indien uitsluitend zulke vennootschappen aan de verrichting deelnemen.

§ 2. Indien de inbreng anders wordt vergoed dan met nieuw uitgegeven aandelen van de overnemende of verkrijgende vennootschap, wordt het bedrag van het gestorte kapitaal en van de gereserveerde winst van de overgenomen of gesplitste vennootschap, ten name van de overnemende of verkrijgende vennootschap, verminderd met het gedeelte van de inbreng dat niet wordt vergoed met nieuwe aandelen die naar aanleiding van de verrichting worden uitgegeven.

De vermindering wordt eerst aangerekend op de belaste reserves, daarna, indien die reserves ontoereikend zijn, op de vrijgestelde reserves en ten slotte op het gestort kapitaal.

Indien de inbrengen niet worden vergoed omdat de overnemende of verkrijgende vennootschappen in het bezit zijn van aandelen van de overgenomen of gesplitste vennootschap wordt, in afwijking van het tweede lid, de vermindering verhoudingsgewijs aangerekend op het gestorte kapitaal en de reserves, waarbij de vermindering van de reserves bij voorrang op de belaste reserves wordt aangerekend.

Geen vermindering wordt aangerekend op de meerwaarden en kapitaalsubsidies als bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, noch op de vrijgestelde reserves bedoeld in § 1, eerste lid, 2° of op de waardeverminderingen en vrijgestelde provisies die als dusdanig voorkomen in de boekhouding van de overnemende of verkrijgende vennootschappen of van de Belgische inrichting bedoeld in § 1, vijfde lid.

De vermindering van het gestorte kapitaal wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de in § 1, eerste lid, bedoelde verrichting.

Het bepaalde in het eerste en tweede lid is eveneens van toepassing voor zover, in geval van overneming of verkrijging door een intra-Europese vennootschap, de ten gevolge van de verrichting overgenomen of verkregen bestanddelen niet aangewend worden binnen een in artikel 229, § 1, bedoelde Belgische inrichting waarover de overnemende of verkrijgende vennootschap in België, al dan niet ten gevolge van deze verrichting, beschikt, of niet bijdragen tot de totstandkoming van de resultaten van deze inrichting die in toepassing van artikel 233 in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de belastinggrondslag.