Commentaar van art. 243, WIB 92

Art. 243, WIB 92

I. VOORWOORD

243/0

II. WETTEKSTEN

243/1

III. INLEIDING

243/2-18

A. Wettelijke bepalingen m.b.t. de berekening van de BNI/nat.pers.

243/2-3

B. De hervorming van de BNI (W 22.12.1989)

243/4-5

C. W. 28.12.1990

243/6

D. Arrest van het Arbitragehof nr. 34/91 van 21.11.1991

243/7-8

E. WIB 92, gecoördineerd bij KB 10.4.1992 en bekrachtigd door de W 12.6.1992

243/9

F. W 28.7.1992

243/10-11

G. W 28.12.1992

243/12

H. W 30.3.1994

243/13

I. Arrest van het Arbitragehof nr. 34/94 van 26.4.1994

243/14-15

J. W 6.7.1994

243/16

K. W 21.12.1994

243/17

L. W 30.1.1996

243/18

IV. ALGEMEEN

243/19

V. CATEGORIEEN VAN NIET-INWONERS

243/20-31

A. Algemeen

243/20

B. Tehuis in België

243/21-23

C. Tehuis in België gedurende het volledige belastbare tijdperk

243/24

D. Niet-inwoners met tehuis

243/25

E. Met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis

243/26-30

1. Niet-inwoners zonder tehuis die worden gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis op grond van de aard en het bedrag van hun in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare inkomsten (75 %-regel)

243/26-27

2. Bevoorrechte niet-inwoners zonder tehuis

243/28-30

F. Gewone niet-inwoners zonder tehuis

243/31

VI. REGELS VOOR DE BEREKENING VAN DE BELASTING M.B.T. GEWONE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

243/32-71

A. Algemeen

243/32

B. Het principe van de depersonalisering van de belasting

243/33-35

C. Belastingtarief

243/36-38

D. Indexatie van de inkomstenschijven

243/39

E. Bepalingen die niet van toepassing zijn inzake de berekening van de belasting voor gewone niet-inwoners zonder tehuis

243/40-43

1. Meewerkinkomen en huwelijksquotiënt (art. 86 tot 86, WIB 92)

243/40

2. Belastingvrije sommen en toeslagen daarop wegens gezinslasten (art. 131 tot 145, WIB 92)

243/41

3. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland (art. 155 en 156, WIB 92)

243/42

4. Omzetting in rente van kapitalen ter vervanging van onderhoudsuitkeringen (art. 170, WIB 92)

243/43

F. Bepalingen die wel van toepassing zijn inzake de berekening van de belasting voor gewone niet-inwoners zonder tehuis

243/44-71

1. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 126 tot 129, WIB 92)

243/44-45

2. Belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen (art. 145/1, 1° tot 4°, 145/2 tot 145/7 en 145/17 tot 145/20, WIB 92)

243/46-47

3. Belastingverminderingen voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art. 145/21 tot 145/23, WIB 92)

243/48

4. Belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten (art. 146 tot 154, WIB 92)

243/49-66

5. Vermeerdering wegens geen of onvoldoende voorafbetalingen (art. 157 tot 168, WIB 92) en bonificatie voor voorafbetaling van de belasting (art. 175 tot 177, WIB 92)

243/67

6. Omzetting van kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente (art. 169, WIB 92)

243/68

7. Afzonderlijke aanslag van sommige inkomsten (art. 171 tot 174, WIB 92)

243/69

8. Indexatie (art. 178, WIB 92)

243/70-71

VII. REGELS VOOR DE BEREKENING VAN DE BELASTING M.B.T. NIET-INWONERS MET TEHUIS EN ERMEDE GELIJKGESTELDE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

243/72-93

A. Algemeen

243/72-74

B. Bijzonderheden inzake BNI/nat.pers

243/75-93

1. In aanmerking te nemen inkomsten bij de vaststelling van het meewerkinkomen het huwelijksquotiënt en de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten

243/75-91

2. Bepalingen die niet van toepassing zijn

243/92-93

VIII. GELIJKSTELLING VAN SOMMIGE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS MET NIET-INWONERS MET TEHUIS

243/94-118

A. Op grond van de aard van het bedrag van hun inkomsten gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis (75 %-regel)

243/94-117

1. Algemeen

243/94

2. Beoogde niet-inwoners zonder tehuis

243/95

3. In aanmerking komende beroepsinkomsten

243/96-97

4. Voorwaarde voor de gelijkstelling : de 75%-regel

243/98-114

5. Gevolgen van de gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis

243/115-117

B. Bevoorrechte niet-inwoners zonder tehuis

243/118

IX. GEHUWDE NIET-INWONERS MET OF ZONDER TEHUIS

243/119-136

A. Belasting als alleenstaanden

243/119-131

1. Algemeen

243/119

2. Ratio legis

243/120-122

3. Bedoelde belastingplichtigen

243/123

4. Voorwaarden voor het belasten als alleenstaanden

243/124-130

5. Gevolgen van het belasten als alleenstaande

243/131

B. Toeslagen op de belastingvrije som wegens gezinslasten

243/132-135

1. Algemeen

243/132

2. Bedoelde toeslagen op de belastingvrije som

243/133

3. Voorwaarde voor het verlenen van de toeslagen op de belastingvrije som

243/134-135

C. Toepassingsvoorbeeld (aj. 1999)

243/136

X. VOOR DE AJ. 1991 EN 1992 GELDENDE BEPALINGEN

243/137-151

A. Wetteksten

243/137-138

1. Aj. 1991

243/137

2. Aj. 1992

243/138

B. Algemeen

243/139-141

C. Afwijkende bepalingen

243/142-143

1. Gewone niet-inwoners zonder tehuis

243/142

2. Niet-inwoners met tehuis en ermede gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis

243/143

D. Bijzondere termijn voor bezwaar en ambtshalve ontheffing (W 28.12.1992)

243/144-151

1. Algemeen

243/144-145

2. Uiterste datum voor het indienen van een bezwaarschrift of voor het bekendmaken van de overbelastingen

243/146

3. Bevoegde Gewestelijke Directeur der Belastingen

243/147

4. Toepassingsgebied

243/148-150

5. Geen moratoriuminteresten

243/151

XI. BIJZONDERE TERMIJN VOOR BEZWAAR EN AMBTSHALVE ONTHEFFING (ART. 12, W 30.01.1996)

243/152-159

A. Wettekst

243/152

B. Algemeen

243/153-154

C. Uiterste datum voor het indienen van een bezwaarschrift of voor het bekendmaken van de overbelastingen

243/155

D. Bevoegde Gewestelijke directeur der belastingen

243/156

E. Toepassingsgebied

243/157-158

F. Geen moratoriuminteresten

243/159

XII. VERGELIJKENDE TABELLEN

243/160

Bijlage 1 : Samenvattende tabel van de wettelijke bepalingen die voor de aj. 1991 en volgende van toepassing zijn m.b.t. de berekening van de belasting van niet-inwoners.

243/Bijl1

Bijlage 2 : Maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die van toepassing zijn voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

243/Bijl2

Bijlage 3 : Maxima van de belastingvrijstellingen die van toepassing zijn voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

243/Bijl3

Bijlage 4 : Maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die van toepassing zijn voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden.

243/Bijl4

Bijlage 5 : Maxima van de belastingvrijstellingen die van toepassing zijn voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden.

243/Bijl5

Bijlage 6 : Vergelijkende tabellen (aj. 1991 en volgende).

243/Bijl6

I. VOORWOORD

Nummer 243/0

Met het oog op een rationele indeling van de te behandelen stof, worden de art. 243, 244 en 244bis, WIB 92, samen besproken.

II. WETTEKSTEN

Nummer 243/1

Art. 243 (1). - In gevallen vermeld in artikel 232 vinden de bepalingen van de artikelen 86 tot 89 geen toepassing en wordt de belasting berekend volgens de belastingschaal vermeld in artikel 130.

[(1) Tekst van toepassing met ingang van aj. 1995.]

Op de overeenkomstig het vorige lid berekende belasting worden de verminderingen ingevolge de artikelen 146 tot 154 verleend binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald in die artikelen en met inachtneming van het geheel van de binnenlandse en de buitenlandse inkomsten, met dien verstande dat de in artikel 147, 1°, vermelde bedragen worden vervangen door het bedrag van 96.520 frank, de in artikel 147, 3°, vermelde bedragen door het bedrag van 140.495 frank en de in artikel 147, 7°, vermelde bedragen door het bedrag van 111.907 frank. Die verminderingen worden voor beide echtgenoten samen slechts éénmaal verleend.

De artikelen 126 tot 129, 145/1, 1° tot 4°, 145/2 tot 145/7, 145/17 tot 145/23, 157 tot 169 en 171 tot 178 zijn eveneens van toepassing.

Art. 244 (2). In afwijking van artikel 243 wordt de belasting berekend volgens de regels bepaald in titel II, hoofdstuk III en met inachtneming van de artikelen 86 tot 89 en 126 tot 129, met dien verstande dat voor de toepassing van de artikelen 86 tot 89 en 146 tot 154, het geheel van de binnenlandse en buitenlandse inkomsten in aanmerking wordt genomen :

1° wanneer de belastingplichtige gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis heeft behouden;

2° wanneer de belastingplichtige in België belastbare beroepsinkomsten als vermeld in artikel 228, § 2, 3°, a, b en e, en 4° tot 7°, heeft behaald of verkregen, die ten minste 75 pct. bedragen van het geheel van zijn binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

Art. 244bis (2). - Voor de toepassing van de artikelen 243 en 244 worden gehuwde personen niet als echtgenoten maar als alleenstaanden aangemerkt wanneer slechts één van de echtgenoten in België aan de belasting onderworpen inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 frank.

De toeslagen voor personen ten laste die vermeld zijn in de artikelen 132 en 133, worden slechts verleend wanneer de aan de belasting onderworpen echtgenoot de meeste beroepsinkomens (lees beroepsinkomsten) heeft.

[(2) Tekst van toepassing met ingang van aj. 1992.]

III. INLEIDING

A. WETTELIJKE BEPALINGEN M.B.T. DE BEREKENING VAN DE BNI/NAT.PERS.

Nummer 243/2

De wettelijke bepalingen m.b.t. de berekening van de BNI/nat.pers. (art. 150, WIB - thans de art. 243, 244 en 244bis, WIB 92) zijn achtereenvolgens gewijzigd, vervangen of ingevoegd door :

- art. 314, W 22.12.1989 (van toepassing vanaf aj.1991);

- art. 10, W 28.12.1990 (van toepassing vanaf aj.1991);

- het arrest van het Arbitragehof nr 34/91 van 21.11.1991 (van toepassing vanaf aj. 1991);

- het WIB 92, gecoördineerd bij KB 10.4.1992 en bekrachtigd door de W12.6.1992 (van toepassing vanaf aj. 1992);

- art. 31, W 28.7.1992 (van toepassing vanaf aj.1993);

- de art. 12, 13, 28 en 29, W 28.12.1992 (de art.12 en 13 zijn van toepassing vanaf aj.1992, art. 28 geldt voor aj. 1991 en art.29 geldt voor aj. 1992);

- art. 17, W 30.3.1994 (van toepassing vanaf aj. 1995);

- het arrest van het Arbitragehof nr 34/94 van 26.4.1994 (van toepassing vanaf aj. 1991);

- art. 36, W 6.7.1994 (van toepassing vanaf aj. 1993);

- art. 97, W 21.12.1994 (van toepassing vanaf aj. 1995);

- de art. 7 en 9, W 30.1.1996 ( art. 7 is van toepassing vanaf aj. 1992 en art. 9 geldt voor aj. 1991).

Er wordt op gewezen dat de aanvullende crisisbijdrage (ACB), ingesteld door art. 22, W 22.7.1993 houdende fiscale en financiële bepalingen en sindsdien meermaals gewijzigd, eveneens van toepassing is inzake BNI/nat.pers. (met ingang van aj. 1994). Terzake wordt verwezen naar de commentaar op art. 463bis, WIB 92.

Nummer 243/3

Voor een goed begrip van de opeenvolgende wijzigingen, wordt hierna een beknopt overzicht gegeven van de in de voormelde wetten en arresten opgenomen bepalingen m.b.t. de berekening van de belasting.

De in 243/Bijlage/1 opgenomen tabel geeft de wettelijke bepalingen aan die thans (d.w.z. na de W 30.1.1996) van toepassing zijn betreffende de berekening van de BNI/nat.pers. voor de aj. 1991 en volgende.

B. DE HERVORMING VAN DE BNI (W 22.12.1989)

Nummer 243/4

Art. 314, W 22.12.1989 houdende fiscale bepalingen (BS29.12.1989 - V 2019, Bull. 691), dat de art. 139 tot 152, WIB (thans art. 227 tot 248, WIB 92) heeft gewijzigd, heeft het belastingstelsel van de niet-inwoners met ingang van aj.1991 grondig aangepast.

Nummer 243/5

De krachtlijnen van die hervorming kunnen als volgt worden samengevat.

1° Niet-inwoners (natuurlijke personen) worden ingedeeld in twee categorieën, namelijk niet-inwoners die gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden (niet-inwoners met tehuis) en niet-inwoners die gedurende het volledige belastbare tijdperk in België geen tehuis hebben behouden (niet-inwoners zonder tehuis).

2° Het aanslagstelsel van niet-inwoners zonder tehuis (art. 150, § 1, WIB -thans art. 243, WIB 92) wordt gekenmerkt door een verregaanddepersonaliseren (of verzakelijken) van de belasting, in die zin dat de betrokken belastingplichtigen geen aanspraak hebben op belastingvrije sommen en de toeslagen erop wegens gezinslasten (art. 6, W 7.12.1988 - thans art. 131 tot 145, WIB 92)noch op het huwelijksquotiënt ( art. 4, W7.12.1988 - thans art. 87 tot 89, WIB 92) noch op de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten ( art. 87ter, WIB - thans art. 146 tot 154, WIB 92) De vermeerdering en bonificatie inzake voorafbetalingen ( art. 89 tot 91 en 93bis, WIB - thans art. 157 tot 168 en 175 tot 177, WIB 92) n de bijzondere aanslagstelsels ( art. 92 tot 93, WIB - thans art. 169 tot 174, WIB 92) zijn evenmin van toepassing.

3° Voor niet-inwoners met tehuis (terzake zijn inzonderheid bedoeld : de in België woonachtige buitenlandse kaderleden en vorsers opwie het bijzondere aanslagstelsel uiteengezet in 227/4 tot 20 en 235/4 tot 27 van toepassing is en die als niet-inwoners worden aangemerkt, de in art. 4, WIB (92) bedoelde personen -buitenlands diplomatiek en consulair personeel enz., zomede de buitenlandse ambtenaren, met exceptie vanfiscale woonplaats, van in België gevestigde internationale organisaties), en ermee gelijkgestelden, zijn dezelfde berekeningsregels van toepassing als die welke gelden voor de (aan de PB onderworpen) rijksinwoners (cf. art. 150, § 2, WIB - thans art. 244, WIB 92)

4° Niet-inwoners zonder tehuis die op grond van een non-discriminatiebepaling uit een door België gesloten dubbelbelastingverdrag aanspraak hebben op alle regels m.b.t. persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en belastingverminderingen uit hoofde van hun gezinstoestand of gezinslasten, worden voor de berekening van de belasting echter gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis; tot die "bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis behoren inzonderheid de inwoners van Nederland, Griekenland en Marokko, voor zover zij beantwoorden aan de voorwaarden die in het desbetreffende dubbelbelastingverdrag zijn gesteld (zie ook Com.Ov. 24/31) .

C. W 28.12.1990

Nummer 243/6

Art. 10, W 28.12.1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen (BS 29.12.1990 - V 2073, Bull. 702) heeft art. 150, § 1, WIB (thans art. 243, WIB 92) gewijzigd met ingang van aj. 1991, in die zin dat:

- de art. 73 en 75, WIB, en de art. 1 en 2, W 7.12.1988 (thans art. 126 tot 128, WIB 92) eveneens van toepassing zijn op niet-inwoners zonder tehuis; dit houdt m.a.w. in dat de in de PB geldende regels i.v.m. de samenvoeging van andere inkomsten dan beroepsinkomsten van echtgenoten en van de inkomsten van de kinderen met die van hun ouders alsmede de vestiging van de aanslag op naam van beide echtgenoten ( art. 73, WIB -thans art. 126, WIB 92) de af-zondering van de beroepsinkomsten van echtgenoten ( art. 2, W7.12.1988 - thans art. 127, WIB 92) en de kwalificatie van gehuwde personen als alleenstaanden voor het jaar van huwelijk, ontbinding van het huwelijk enz. ( art.75, WIB - thans art. 128, WIB 92) eveneens gelden voor de berekening van de BNI/nat.pers. bij niet-inwoners zonder tehuis;

- de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten eveneens worden verleend aan niet-inwoners zonder tehuis, doch berekend worden volgens bijzondere regels die afwijken van die welke gelden inzake PB.

D. ARREST VAN HET ARBITRAGEHOF NR 34/91 VAN 21.11.1991

Nummer 243/7

Het arrest nr 34/91 van 21.11.1991 (BS 14.12.1991) van het Arbitragehof heeft de art. 149 en 150, WIB, zoals gewijzigd bij art.314, W22.12.1989 houdende fiscale bepalingen vernietigd "in zoverre de niet-verblijfhoudende Belgische pensioengerechtigden die geen tehuis in België hebben behouden belast worden conform de paragrafen 1 van die twee artikelen".

Ingevolge dat arrest van het Arbitragehof, dat de facto terugwerkt tot de inwerkingtreding van de (gedeeltelijk) vernietigde bepalingen (m.a.w. tot aj.1991) worden niet-inwonende gerechtigden op Belgische pensioenen zonder tehuis vanaf aj. 1991 o.m. voor de berekening van de belasting gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis.

Nummer 243/8

Er wordt opgemerkt dat er bij het Arbitragehof eveneens een beroep werd ingediend tot vernietiging van de art. 10 en 32, § 1, W28.12.1990 betreffende fiscale en niet-fiscale bepalingen.

Bij arrest nr 46/92 van 18.6.1992 (BS 17.7.1992) heeft het Arbitragehof beslist dat dit beroep zonder voorwerp is wegens de terugwerkende kracht van de vernietiging van de art. 149 en 150, WIB, door het arrest van 21.11.1991.

E. WIB 92, GECOORDINEERD BIJ KB 10.4.1992 EN BEKRACHTIGD DOOR DE W 12.6.1992

Nummer 243/9

Ingevolge de invoering van het WIB 92, gecoördineerd bij KB10.4.1992 (BS 30.7.1992 - V 2175, Bull. 719) en bekrachtigd door de W 12.6.1992 (BS 30.7.1992 - V 2184, Bull. 719), gelden vanaf aj. 1992 voor de berekening van de BNI/nat.pers. de volgende artikelen van het WIB 92 :

- art. 243, WIB 92 oorsprong : art. 150, § 1, WIB, gewijzigd bij art.314, W 22.12.1989 en bij art. 10, W28.12.1990);

- art. 244, lid 1, WIB 92 oorsprong : art. 150, § 2, WIB, gewijzigd bij art.314, W22.12.1989);

- art. 244, lid 2, WIB 92 oorsprong : arrest Arbitragehof nr 34/91 van 21.11.1991 - BS 14.12.1991).

Het beroep tot vernietiging van de W 12.6.1992 tot bekrachtiging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in zoverre zij de art. 242, tweede lid, en 244, tweede lid, WIB 92, bekrachtigt, is door het Arbitragehof zonder voorwerp verklaard (arrest nr 58/93 van 14.7.1993 - BS 22.9.1993).

F. W 28.7.1992

Nummer 243/10

Art. 31, W 28.7.1992 houdende fiscale en financiële bepalingen (BS 31.7.1992 - V 2185, Bull. 719), vult art. 243, WIB 92, aan met een derde lid, dat bepaalt dat de art. 126 tot 129, 157 tot 166, 169 en 171 tot 178, WIB 92, eveneens van toepassing zijn m.b.t. de berekening van de BNI/nat.pers. ten name van niet-inwoners zonder tehuis.

Nummer 243/11

Die bepaling is van toepassing met ingang van aj. 1993 en betekent dat in vergelijking met de aj.1991 en 1992, de hiernavolgende bepalingen eveneens gelden voor niet-inwoners zonder tehuis:

- de aanrekening van verliezen van de ene echtgenoot op de inkomsten van de andere echtgenoot (art. 129, WIB 92) (zie evenwel 243/12 hierna);

- de vermeerdering voor gebrek aan voorafbetalingen (art. 157 tot 166, WIB 92);

- de omzetting van sommige kapitalen, afkoopwaarden enz. in lijfrente (art. 169, WIB 92) (zie evenwel 243/12 hierna);

- de afzonderlijke aanslag van sommige inkomsten (art. 171 tot 174, WIB 92) (zie evenwel 243/12 hierna);

- de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting (art. 175 tot 177, WIB 92).

G. W 28.12.1992

Nummer 243/12

De W 28.12.1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen (BS 31.12.1992 - V 2212, Bull. 725) heeft het belastingstelsel van de aan de BNI/nat.pers. onderworpen belastingplichtigen andermaal fundamenteel gewijzigd.

Wat de berekening van de belasting betreft, hebben die wijzigingen inzonderheid betrekking op de volgende punten :

1° Er is vooreerst de gelijkstelling van sommige niet-inwoners zonder tehuis met niet-inwoners met tehuis, namelijk diegenen die gedurende ten minste 9 volle maanden van het belastbare tijdperk in België een beroepswerkzaamheid hebben uitgeoefend die in de BNI/nat.pers. belastbare bezoldigingen van werknemer, bestuurder of werkend vennoot oplevert (art. 140, § 2, 6° en 7°, WIB - thans art. 228, § 2, 6° en 7°, WIB 92) of die gedurende tenminste 9 volle maanden van het belastbare tijdperk in de BNI/nat.pers. belastbare pensioenen hebben verkregen ( art. 140, § 2, 6° WIB - thans art. 228, § 2, 6°, WIB 92), mits die inkomsten ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

Die regeling is van toepassing vanaf aj. 1991 (cf. art. 28, § 3, tweede lid, W 28.12.1992 voor aj. 1991 en art. 244, tweede lid, WIB 92, zoalsvervangen door art. 12, W 28.12.1992, voor aj. 1992 en volgende aj.).

De aldus bewerkstelligde gelijkstelling maakt het arrest van het Arbitragehof van 21.11.1991 zonder voorwerp. De niet-inwonende gerechtigden op Belgische pensioenen die geen tehuis in België hebben behouden, behoren tot de nieuwe categorie van met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden voor zover zij de terzake gestelde nieuwe voorwaarden vervullen.

2° Als tweede wijziging is er de taxatie als alleenstaande van de gehuwde niet-inwoner (met tehuis of zonder tehuis) wanneer alleen hij (zij) in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten verkrijgt en zijn (haar) echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en/of buitenlandse beroepsinkomsten heeft die meer dan 270.000 F (te indexeren bedrag) bedragen.

De aan de BNI/nat.pers. onderworpen echtgenoot zal slechts aanspraak kunnen maken op de toeslagen op de belastingvrije som (als alleenstaande) wegens gezinslasten, wanneer zijn (haar) beroepsinkomsten hoger zijn dan die van zijn (haar) echtgenoot.

Die regel is van toepassing vanaf aj. 1991 (cf. art. 28, § 4, W28.12.1992 voor aj. 1991 en art. 244bis, WIB 92, ingevoegd door art. 13, W28.12.1992, voor aj. 1992 en volgende aj.).

3° De derde nieuwigheid betreft het toepassen van de bijzondere stelsels van aanslag waarvan sprake in art. 92, WIB - thans art. 169, WIB 92 omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente) en art. 93, WIB - thans art. 171 tot 174, WIB 92 (afzonderlijke aanslag van sommige inkomsten) bij niet-inwoners zonder tehuis voor de aj. 1991 en 1992 (cf. art. 28, § 2, vierde lid, W28.12.1992, voor aj. 1991 en art. 29, vierde lid, W 28.12.1992 voor aj.1992).

Met ingang van aj. 1993 vloeit de toepassing van de voormelde bijzondere aanslagstelsels voort uit art. 243, derde lid, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 31, W 28.7.1992 (zie 243/11).

4° De administratieve praktijk wordt bevestigd dat voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, zowel de binnenlandse als de buitenlandse inkomsten (in voorkomend geval van beide echtgenoten) in aanmerking worden genomen om het huwelijksquotiënt te berekenen, om te bepalen of het grensbedrag van 350.000 F (te indexeren bedrag) van de eigen beroepsinkomsten van de echtgenoot waarboven geen meewerkinkomen mag worden toegekend is overschreden en om de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten te bepalen (cf. art. 244, eerste lid, in fine, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 12, W 28.12.1992 - van toepassing met ingang van aj.1992).

5° Verder wordt in het WIB 92 zoals gecoördineerd door het KB 10.4.1992, een vergetelheid rechtgezet door uitdrukkelijk te bepalen dat de art. 126 tot 129, WIB 92 (betreffende de aanslag van echtgenoten en hun kinderen) van toepassing zijn bij de berekening van de belasting in hoofde van niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden (cf. art. 244, eerste lid, in fine, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 12, W 28.12.1992 - van toepassing met ingang van aj. 1992).

6° Tenslotte wordt een bijzondere termijn ingesteld voor bezwaar en ambtshalve ontheffing m.b.t. de aanslagen die voor aj. 1991 zijn gevestigd in strijd met de bepalingen van art. 28, § 1, W28.12.1992 (cf. art. 28, § 6, W 28.12.1992).

H. W 30.3.1994

Nummer 243/13

Art. 17, W 30.3.1994 tot uitvoering van het globaal plan op het stuk van de fiscaliteit (BS 31.3.1994 - V 2297, Bull. 739), vervangt art. 243, tweede lid, WIB 92, door een nieuwe bepaling m.b.t. de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten voor niet-inwoners zonder tehuis.

Ingevolge die bepaling, die van toepassing is met ingang van aj. 1995, zijn de bedragen van de maximumbelastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten rechtstreeks ingeschreven in het WIB 92.

Wat betreft de niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, geldt hetzelfde principe ingevolge de door art. 11, W 30.3.1994 aangebrachte wijziging in art. 147, WIB 92.

I. ARREST VAN HET ARBITRAGEHOF NR 34/94 VAN 26.4.1994

Nummer 243/14

Het arrest van het Arbitragehof nr 34/94 van 26.4.1994 (BS 17.5.1994) heeft de artikelen van de W 28.12.1992 die de gelijkstelling van sommige bezoldigde en gepensioneerde niet-inwoners zonder tehuis met niet-inwoners met tehuis hadden ingesteld (in casu de art. 11, 12, ten dele, 27, § 3, tweede lid, 28, §3, tweede lid en 30, § 1, ten dele, W28.12.1992) vernietigd met terugwerking tot de datum van inwerkingtreding van die bepalingen (aj. 1991 of vanaf aj. 1992).

Nummer 243/15

Die bepalingen werden vernietigd omdat zij alleen van toepassing waren op werknemers en gepensioneerden en als discriminerend beschouwd werden voor niet-inwoners die een zelfstandige werkzaamheid uitoefenen en die winst of baten verkrijgen. Het Arbitragehof heeft bovendien de minimumtermijn van 9 maanden als overbodig aangemerkt.

J. W 6.7.1994

Nummer 243/16

De W 6.7.1994 houdende fiscale bepalingen (BS 16.7.1994 - V2323, Bull. 742) bevat 3 wijzigingen m.b.t. de berekening van de BNI/nat.pers. :

- art. 36, W 6.7.1994, wijzigt art. 243, derde lid, WIB 92, met ingang van aj. 1993 (of van aj. 1994) in die zin dat de art. 145/1, 1° tot 4°, 145/2 tot 145/7 en 145/17 tot 145/20, WIB 92 (d.w.z. de belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen), eveneens van toepassing zijn bij de berekening van de belasting ten name van niet-inwoners zonder tehuis;

- art. 37, W 6.7.1994, wijzigt art. 244bis, WIB 92, met ingang van aj. 1992 (die wijziging strekt er alleen toe de Franse tekst van dit artikel te verduidelijken en de Franse en Nederlandse tekst beter op elkaar af te stemmen);

- art. 87, W 6.7.1994, wijzigt art. 28, § 3, eerste lid, W 28.12.1992 (aj. 1991), zodat die bepaling thans inhoudelijk overeenstemt met art. 244, eerste lid, WIB 92.

K. W 21.12.1994

Nummer 243/17

Art. 97, W 21.12.1994 houdende sociale en diverse bepalingen (BS 23.12.1994 - V 2350, Bull. 746), wijzigt art. 243, derde lid, WIB 92, ogmaals door te bepalen dat - vanaf aj. 1995 - de art. 145/21 tot 145/23, WIB 92 d.w.z. de belastingvermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen) van toepassing zijn bij de berekening van de BNI/nat.pers. voor niet-inwoners zonder tehuis.

Die belastingvermindering is ook van toepassing op niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, vermits art. 244, WIB 92, verwijst naarde regels bepaald in titel II, hoofdstuk III van het WIB 92, dat de art. 145/21 tot 145/23, WIB 92, omvat.

L. W 30.1.1996

Nummer 243/18

De art. 7 en 9, W 30.1.1996 tot wijziging van diverse bepalingen inzake de belasting van niet-inwoners (BS 30.6.1996 - V 2447, Bull.761), vervangen respectievelijk art. 244, WIB 92 van toepassing vanaf aj. 1992) en art. 28 § 3, tweede lid, W 28.12.1992 (dat geldt voor aj. 1991), die (gedeeltelijk) werden vernietigd door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 in 26.4.1994 (zie 243/14 en 15).

Krachtens die bepalingen geldt het stelsel dat inzake de berekening van de belasting van toepassing is op niet-inwoners met tehuis eveneens voor niet-inwoners zonder tehuis die in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen die ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

Art. 12, eerste lid, W 30.1.1996 stelt een bijzondere termijn voor bezwaar en ambtshalve ontheffing in m.b.t. de aanslagen die gevestigd zijn in strijd met de bepalingen van de art. 6 tot 9, W 30.1.1996.

IV. ALGEMEEN

Nummer 243/19

Wat betreft de in de BNI/nat.pers. regulariseerbare inkomsten (zie commentaar op art. 232, WIB 92), wordt de belasting berekend op grondslag van de overeenkomstig de art. 235, 1°, 235bis, 237 en 238, WIB 92, vastgestelde netto-inkomsten, verminderd met de krachtens de art. 241 of 242, § 1, WIB 92, aftrekbare bestedingen.

De inzake berekening van de BNI/nat.pers. geldende regels verschillen fundamenteel naargelang de aan die belasting onderworpen belastingplichtigen in België geen tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk (cf. art. 243, WIB 92) of daarentegen in België wel een tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk (cf. art. 244, 1°, WIB 92).

Sommige niet-inwoners zonder tehuis in België worden evenwel -onder bepaalde voorwaarden- gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis in België op het vlak van de berekening van de belasting (cf. art. 244, 2°, WIB 92).

Anderzijds worden sommige gehuwde niet-inwoners in bepaalde gevallen als alleenstaanden aangemerkt en als dusdanig belast in de BNI/nat.pers. (cf. art. 244bis, WIB 92).

Tenslotte moet worden opgemerkt dat voor de aj. 1991 en 1992 autonome bepalingen gelden (cf. art. 28 en 29, W 28.12.1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen), die evenwel grotendeels overeenstemmen met de vanaf aj.1993 geldende bepalingen.

V. CATEGORIEEN VAN NIET-INWONERS

A. ALGEMEEN

Nummer 243/20

Onder meer voor de berekening van de belasting, zijn de niet-inwoners ingedeeld in twee categorieën, namelijk :

- niet-inwoners die in België een tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk (verder niet-inwoners met tehuis genoemd), alsmede de ermee gelijkgestelden;

- niet-inwoners die in België geen tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk (verder niet-inwoners zonder tehuis genoemd).

B. TEHUIS IN BELGIE

Nummer 243/21

De uitdrukking "tehuis in België" is een uitdrukking die in het WIB (92) is ingevoerd door de W 22.12.1989 houdende fiscale bepalingen en die een cruciale functie heeft in de hervorming van de BNI/nat.pers..

Immers, niet-inwoners zonder tehuis :

- hebben geen recht op de woningaftrek als bedoeld in art. 16, WIB 92 (zie 235/1);

- mogen van het totale bedrag van hun samengevoegde netto-inkomsten alleen de in art. 241, WIB 92, vermelde bestedingen aftrekken (zie 241/9);

- zijn aan de BNI/nat.pers. onderworpen zonder aanspraak te kunnen maken op de belastingvrije som en de toeslagen daarop wegens gezinslasten (de zogenaamde "depersonalisering" van de belasting - zie 243/33 tot 35 hierna).

Steunend op de parlementaire bescheiden m.b.t. de W22.12.1989, kan de uitdrukking "tehuis in België" worden omschreven als "de plaats waar een niet-rijksinwoner zich - met zijn gezin - in België heeft gevestigd in omstandigheden waaruit blijkt dat hij zijn woonplaats of de zetel van zijn fortuin, in de zin van art. 3, § 1, 1°, WIB (92), niet heeft overgedragen in het land" (cf. Senaat, Verslag Commissie voor de Financiën, Stuk 806/3, blz. 115).

Het moet met andere woorden gaan om een werkelijke (gezins)vestiging in België, met name de plaats in België waar de betrokkene gewoonlijk en samen met zijn gezin verblijft, maar toch zodanig dat nog kan worden beschouwd dat het verblijf in België van tijdelijke en niet van duurzame aard is, maar toch bepaalde kosten meebrengt die op het belastbare inkomen drukken.

Nummer 243/22

Het (meestal door beroepsredenen veroorzaakte) verblijf in België mag dus niet zo duurzaam zijn dat het een woonplaats of domicilie in België zou tot stand brengen, maar de tijdelijke aard van het verblijf moet normalerwijs wel zodanig zijn dat de belastingplichtige gedurende meer dan één jaar in België verblijf houdt.

Terzake is het de belastingplichtige die moet aantonen dat zijn verblijf in België van niet-duurzame aard is; wat betreft de buitenlandse kaderleden en vorsers moeten de in 227/4 tot 20 gestelde voorwaarden vervuld zijn.

Nummer 243/23

Niet-rijksinwoners die zich alleen tijdens de werkdagen in België ophouden en in het weekend naar hun in het buitenland gelegen woonplaats en aldaar gevestigd gezin terugkeren, voldoen niet aan de voorwaarde dat zij een tehuis in België hebben (behouden), zodat zij als "niet-inwoners zonder tehuis" moeten worden aangemerkt.

Het loutere feit dat een niet-rijksinwoner eigenaar is van een woning in België (die eventueel te zijner beschikking is voorbehouden), of huurder is van een huis, een appartement, een studio enz. in België of nog tijdelijk in een Belgische hotelkamer verblijft, is op zichzelf onvoldoende om de betrokkene als een niet-inwoner met tehuis aan te merken (cf. PV nr. 137, 4.3.1991, Sen. Vanderborght, Bull. 709, blz. 2364 en PV nr. 231, 22.9.1992, Volksv. de Clippele, Bull. 724, blz.339).

C. TEHUIS IN BELGIE GEDURENDE HET VOLLEDIGE BELASTBARE TIJDPERK

Nummer 243/24

Om als niet-inwoner met tehuis te kunnen worden aangemerkt is bovendien vereist dat het tehuis in België gedurende het volledige belastbare tijdperk wordt behouden.

Voor de toepassing van de BNI/nat.pers. valt het belastbare tijdperk samen met het jaar vóór dat waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd (zie 360/35).

Wanneer de gronden van belastbaarheid in de BNI/nat.pers. slechts na 1 januari van het jaar aanwezig zijn of vóór 31 december van het jaar ophouden aanwezig te zijn, is het belastbare tijdperk datgene dat overeenstemt met het gedeelte van het jaar tijdens hetwelk de gronden van belastbaarheid aanwezig zijn geweest (zie 360/37 en 38).

Voor de toepassing van de art. 235, 1°, 242 en 244, WIB 92, is een volledig belastbaar tijdperk ofwel het volledige kalenderjaar ofwel het gedeelte van het kalenderjaar waarin de gronden van belastbaarheid in de BNI/nat.pers. aanwezig zijn geweest (met dien verstande dat de totale duur van het verblijf in België meer dan één jaar moet bedragen).

De voorwaarde dat een niet-inwoner gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis moet hebben behouden, moet dus worden beoordeeld in functie van de duur van het verblijf in België dat lang genoeg moet zijn om aanleiding te geven tot het vestigen van een tehuis in het land.

D. NIET-INWONERS MET TEHUIS

Nummer 243/25

Op grond van de in 243/21 tot 24 gegeven omschrijving van de uitdrukking "tehuis in België", kunnen in de regel als niet-inwoners met tehuis (of nog binnenlandse niet-inwoners) worden aangemerkt :

- de in art. 4, WIB 92, bedoelde personen (buitenlandse diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren, alsmede diplomatiek en consulair personeel enz. - zie 4/2 tot 16 en 227/21 en 22);

- de buitenlandse ambtenaren, met exceptie van fiscale woonplaats, van in België gevestigde internationale organisaties (zie 4/17 tot 33 en 227/23 tot 33);

- de buitenlandse kaderleden en vorsers op wie het bijzondere aanslagstelsel van onderwerping aan de BNI/nat.pers. van toepassing is (zie 227/4 tot 20) en die in België woonachtig zijn.

E. MET NIET-INWONERS MET TEHUIS GELIJKGESTELDE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

1. Niet-inwoners zonder tehuis die worden gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis op grond van de aard en het bedrag van hun in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare inkomsten (75 %-regel)

Nummer 243/26

Sommige niet-inwoners zonder tehuis worden - onder bepaalde voorwaarden - gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis op het vlak van de berekening van de belasting.

Nummer 243/27

Die gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis is slechts van toepassing op voorwaarde dat de in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten van de betrokkenen ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

Die voorwaarde wordt in extenso besproken in 243/94 tot 117.

2. Bevoorrechte niet-inwoners zonder tehuis

Nummer 243/28

De non-discriminatiebepaling in de meeste door België gesloten overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting is ontleend aan de bepalingen van art. 24, § 1, van het OESO-modelverdrag 1977, dat slechts discriminaties gebaseerd op de nationaliteit verbiedt. Hoewel in bepaalde gevallen belastingplichtigen die inwoner zijn en belastingplichtigen die niet-inwoner zijn verschillend worden behandeld, is het zo dat die verschillen in behandeling geenszins gebaseerd zijn op de nationaliteit van de belastingplichtigen, doch slechts voortvloeien uit de toepassing van een criterium van woonplaats en dus niet kunnen worden geacht in strijd te zijn met de overeenkomsten die terzake het OESO-modelverdrag volgen (cf. PV nr 228, 31.5.1991, Sen. de Clippele, Bull. 710, blz. 2735).

Nummer 243/29

Anderzijds brengt de non-discriminatiebepaling ten behoeve van vaste inrichtingen (art. 24, § 4, OESO-modelverdrag 1977) niet mee dat een verdragsstaat verplicht zou zijn aan inwoners van de andere verdragsstaat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de gezinstoestand of gezinslasten te verlenen die hij aan zijn eigen inwoners verleent.

Sommige dubbelbelastingverdragen bevatten evenwel een non-discriminatiebepaling die gunstiger is dan die bepaald in art. 24, OESO-modelverdrag 1977. Aldus bevatten de met sommige Staten (Griekenland, Marokko en Nederland) gesloten overeenkomsten een non-discriminatiebepaling die in feite inhoudt dat aan inwoners van die Staten een analoge of praktisch analoge behandeling wordt gegarandeerd als die welke van toepassing is op inwoners van België die zich in een identieke situatie bevinden (cf.PV nr 228, 31.5.1991, Sen. de Clippele, Bull. 710, blz.2735 - zie ook Com.Ov. 24/31).

Nummer 243/30

Wat het tussen België en Nederland gesloten dubbelbelastingverdrag betreft, moeten ingevolge het bepaalde in art. 25, § 3, van dat verdrag aan inwoners van Nederland die in België geen tehuis hebben, dezelfde persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de burgerlijke staat of samenstelling van het gezin worden verleend als die welke aan inwoners van België worden verleend. Dit houdt dus in dat inwoners van Nederland die in België geen tehuis hebben in beginsel aanspraak kunnen maken op de belastingvrije sommen en het huwelijksquotiënt, voor zover aan de terzake gestelde voorwaarden voldaan is (cf. PV nr 244, 17.8.1990, Sen. de Clippele, Bull. 702, blz. 461).

F. GEWONE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

Nummer 243/31

Alle andere dan de sub 243/25 tot 30 vermelde niet-inwoners moeten in principe als gewone niet-inwoners zonder tehuis worden beschouwd, b.v. buitenlandse kaderleden die het bijzondere aanslagstelsel genieten, maar niet in België woonachtig zijn en niet voldoen aan de voorwaarde (75 %-regel) om met niet-inwoners met tehuis gelijkgesteld te worden.

VI. REGELS VOOR DE BEREKENING VAN DE BELASTING M.B.T. GEWONE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

A. ALGEMEEN

Nummer 243/32

Overeenkomstig art. 243, eerste lid, WIB 92, wordt de belasting op de in de BNI/nat.pers. regulariseerbare inkomsten (zie commentaar op art. 232, WIB 92) van gewone niet-inwoners zonder tehuis berekend volgens de in art. 130, WIB 92, vermelde belastingschaal en zijn de bepalingen i.v.m. de toekenning van een meewerkinkomen (cf. art. 86 en 89, WIB 92) en de toerekening van het huwelijksquotiënt (cf. art. 87 tot 89, WIB 92) NIET van toepassing.

De verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten (cf. art. 146 tot 154, WIB 92) worden wel verleend aan gewone niet-inwoners zonder tehuis, maar zij worden berekend volgens bijzondere modaliteiten overeenkomstig art. 243, tweede lid, WIB 92.

Tenslotte verduidelijkt art. 243, derde lid, WIB 92, dat de bepalingen i.v.m. de aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 126 tot 129, WIB 92) de belastingvermindering voor het lange termijnsparen (art. 145/1, 1° tot 4°, en 145/2 tot 145/7, WIB 92) de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen (art. 145/17 tot 145/20, WIB 92) de belastingvermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art. 145/21 tot 145/23, WIB 92) de vermeerdering wegens geen of onvoldoende voorafbetaling van de belasting (art. 157 tot 168, WIB 92) de omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente (art. 169, WIB 92) de afzonderlijke aanslag van sommige inkomsten (art. 171 tot 174, WIB 92) de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting (art. 175 tot 177, WIB 92) en de jaarlijkse indexatie (art. 178, WIB 92) eveneens van toepassing zijn inzake de berekening van de belasting voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

B. HET PRINCIPE VAN DE DEPERSONALISERING VAN DE BELASTING

Nummer 243/33

Het belastingstelsel van de gewone niet-inwoners zonder tehuis wordt gekenmerkt door een verregaande depersonalisering of verzakelijking van de belasting, in die zin dat de betrokkenen geen aanspraak hebben op de belastingvrije sommen en de toeslagen daarop wegens gezinslasten, noch op het meewerkinkomen en het huwelijksquotiënt.

Nummer 243/34

Die depersonalisering van de belasting voor gewone niet-inwoners zonder tehuis wordt inzonderheid verantwoord door de volgende overwegingen :

- de beperkte onderwerping aan de Belgische belasting van deze personen houdt in dat zij in principe geen recht hebben op de woningaftrek en er bij de berekening van de belasting geen vermindering dient te worden toegekend i.v.m. hun persoonlijke toestand of hun gezinstoestand;

- het komt toe aan de woonplaatsstaat waar de niet-inwoner onderworpen is aan een belasting op zijn wereldinkomen om analoge aftrekken toe te staan; er moet worden vermeden dat verminderingen van die aard tweemaal, dit is in de woonplaatsstaat en in de bronstaat, worden toegekend;

- het in de art. 7, § 1 en 8, hervormingswet 1988 (thans art. 130, WIB 92) vastgelegde PB-barema wordt toegepast vanaf het moment dat deze belastingplichtigen in België een inkomen verkrijgen of behalen, hoe klein ook (d.w.z. zonder vrijgestelde som); dit vloeit logischerwijze voort uit het feit dat in tegenstelling met de rijksinwoners enkel een, soms weinig belangrijk, gedeelte van hun inkomsten in België wordt belast (cf. Senaat, Zitting 1989-1990, Memorie van toelichting, Stuk 806/1, blz. 85).

Nummer 243/35

Ingevolge het principe van de depersonalisering zijn derhalve niet van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis :

- de art. 86 tot 89, WIB 92 (zie 243/40);

- de art. 131 tot 145, WIB 92 (zie 243/41).

Opgemerkt wordt dat de art. 145/1, 5°, 145/8 tot 145/16, 155, 156 en 170, WIB 92, evenmin van toepassing zijn (zie 243/42, 43 en 47).

C. BELASTINGTARIEF

Nummer 243/36

Voor gewone niet-inwoners zonder tehuis wordt de belasting berekend volgens een progressief tarief, gaande van 25 tot 55 % overeenkomstig de belastingschaal die is opgenomen in art. 130, WIB 92.

Nummer 243/37

Per inkomstenschijf ziet het tarief er als volgt uit :

Inkomstenschijf

Tarief

1 F - 230.000 F

230.001 F - 305.000 F

305.001 F - 435.000 F

435.001 F - 1.000.000 F

1.000.001 F - 1.500.000 F

1.500.001 F - 2.200.000 F

boven 2.200.000 F

25 %

30 %

40 %

45 %

50 %

52,5 %

55 %

Nummer 243/38

In die tariefstructuur wordt de belasting berekend op het gezamenlijk belastbaar inkomen (GBI). Dit is :

- voor een alleenstaande, het totale bedrag van de samengevoegde netto-inkomsten, verminderd met de in art. 241, WIB 92, vermelde bestedingen;

- voor echtgenoten, het gezamenlijk belastbare inkomen van het gezin dat overeenkomt met het totaal van het afgezonderd beroepsinkomen (3) en het resterend gezinsinkomen (4).

[ (3) Het afgezonderd beroepsinkomen is het totale nettoberoepsinkomen van de echtgenoot die er het minst heeft, verminderd met de gemeenschappelijke en personaliseerbare bestedingen die erop betrekking hebben.]

[ (4) Het resterend gezinsinkomen is de grondslag die wordt gevormd door het totale nettoberoepsinkomen van de echtgenoot die er het meest heeft en de overige netto-inkomsten (inkomsten van onroerende goederen, inkomsten van roerende goederen en kapitalen en diverse inkomsten) van het gezin, verminderd met de ervan aftrekbare gemeenschappelijke en personaliseerbare bestedingen.]

D. INDEXATIE VAN DE INKOMSTENSCHIJVEN

Nummer 243/39

De in art. 130, WIB 92, vermelde inkomstenschijven worden geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 (cf. art. 243, derde lid, in fine, WIB 92).

Voor de geïndexeerde bedragen van de inkomstenschijven voor de aj. 1991 en volgende : zie commentaar op art. 178, WIB 92.

E. BEPALINGEN DIE NIET VAN TOEPASSING ZIJN INZAKE DE BEREKENING VAN DE BELASTING VOOR GEWONE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

1. Meewerkinkomen en huwelijksquotiënt (art. 86 tot 89, WIB 92)

Nummer 243/40

De toekenning van een meewerkinkomen (art. 86 en 89, WIB 92) en de toerekening van het huwelijksquotiënt (art. 87 tot 89, WIB 92) zijn uitdrukkelijk uitgesloten voor gewone niet-inwoners zonder tehuis door art. 243, eerste lid, in fine, WIB 92.

2. Belastingvrije sommen en toeslagen daarop wegens gezinslasten (art. 131 tot 145, WIB 92)

Nummer 243/41

Op de belasting berekend overeenkomstig de belastingschaal die is opgenomen in art. 130, WIB 92 (zie 243/36 tot 39), worden geen belastingvrije sommen (art. 131, WIB 92) noch toeslagen op die belastingvrije sommen wegens gezinslasten (art. 132 tot 134, WIB 92) verleend. Dit heeft tot gevolg dat voor gewone niet-inwoners zonder tehuis de om te slane belasting gelijk is aan de basisbelasting (belasting die volgt uit de toepassing van de in art. 130, WIB 92, vermelde belastingschaal), verminderd met de belastingverminderingen voor het lange termijnsparen, voor het bouwsparen en voor de uitgaven voor prestaties betaald in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen.

Hieruit volgt tevens dat ook de art. 135 tot 145, WIB 92, zonder voorwerp zijn voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

3. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland (art. 155 en 156, WIB 92)

Nummer 243/42

De bepalingen in het WIB 92 i.v.m. de bij dubbelbelastingverdrag vrijgestelde inkomsten die in aanmerking komen voor het bepalen van de belasting op de andere inkomsten (art. 155, WIB 92) en de in het buitenland behaalde en belaste inkomsten waarop de belasting tot de helft wordt verminderd (art. 156, WIB 92) zijn alleen van toepassing inzake PB en zijn dus zonder voorwerp in de BNI/nat.pers. die alleen betrekking heeft op inkomsten van Belgische oorsprong.

Ingevolge de grondige wijziging van het belastingstelsel van de niet-inwoners door de W 22.12.1989, was het inderdaad niet meer gerechtvaardigd de principes van het progressievoorbehoud en van de belasting ten belope van 50 % in de BNI/nat. pers. toe te passen.

4. Omzetting in rente van kapitalen ter vervanging van onderhoudsuitkeringen (art. 170, WIB 92)

Nummer 243/43

Art. 170, WIB 92, is niet vermeld in art. 243, derde lid, WIB 92, en is derhalve niet van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

De reden daartoe is dat onderhoudsuitkeringen en kapitalen die zulke uitkeringen vervangen diverse inkomsten zijn (cf. art. 90, 3° en 4° en 228, § 2, 9°, c, WIB 92) die in de BNI/nat.pers. niet regulariseerbaar zijn op grond van art. 232, WIB 92. Terzake is de belasting gelijk aan de BV die op die inkomsten betrekking heeft (cf. art. 248, eerste lid, WIB 92).

F. BEPALINGEN DIE WEL VAN TOEPASSING ZIJN INZAKE DE BEREKENING VAN DE BELASTING VOOR GEWONE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

1. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 126 tot 129, WIB 92)

Nummer 243/44

De in de art. 126 tot 129, WIB 92, opgenomen bepalingen, die betrekking hebben op de aanslag van echtgenoten en hun kinderen, zijn van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis, namelijk :

- de samenvoeging van de andere inkomsten dan beroepsinkomsten van de echtgenoten met de beroepsinkomsten van de echtgenoot die het meest zulke inkomsten heeft, de samenvoeging van de inkomsten van minderjarige kinderen met die van hun ouders en de vestiging van de aanslag op naam van beide echtgenoten (art. 126, WIB 92);

- de afzondering van de beroepsinkomsten van de echtgenoten (art. 127, WIB 92);

- de kwalificatie van gehuwde personen als alleenstaanden voor het jaar van huwelijk, ontbinding van het huwelijk enz. (art. 128, WIB 92);

- de aanrekening van verliezen van de ene echtgenoot op de inkomsten van de andere echtgenoot (art. 129, WIB 92).

Nummer 243/45

Er wordt nog aangestipt dat gehuwde niet-inwoners (zonder tehuis) niet als echtgenoten maar als alleenstaanden worden aangemerkt, wanneer slechts één van de echtgenoten in België aan de BNI/nat.pers. onderworpen inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot bij overeenkomst vrijgestelde binnenlandse beroepsinkomsten of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000F - te indexeren bedrag (art. 244bis, WIB 92 - zie 243/119 tot 131).

2. Belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen (art. 145/1, 1° tot 4°, 145/2 tot 145/7 en 145/17 tot 145/20, WIB 92)

Nummer 243/46

Krachtens art. 243, derde lid, WIB 92, zijn de belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en voor het bouwsparen van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis, voor zover die belastingverminderingen worden berekend op de volgende uitgaven :

- persoonlijke bijdragen voor een groepsverzekering of aan een pensioenfonds (cf. art. 145/1, 1° en 145/3, WIB 92) (1);

- premies van individuele levensverzekeringen (cf. art. 145/1, 2°, 145/4 en 145/17, 1°, WIB 92) (2);

- kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen gewaarborgd door een schuldsaldoverzekering (cf. art. 145/1, 3°, 145/5, 145/6 en 145/17, 2°, WIB 92) (2);

- betalingen in geld voor de aanschaffing van aandelen van de vennootschap-werkgeefster (cf. art. 145/1, 4° en 145/7, WIB 92) (2).

[ (1) Van toepassing vanaf aj. 1994.]

[( 2) Van toepassing vanaf aj. 1993.]

Nummer 243/47

De belastingvermindering voor het lange termijnsparen ingevolge betalingen voor het pensioensparen (cf. art. 145/1, 5° en 145/8 tot 145/16, WIB 92) is evenwel niet van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis, zoals dat overigens reeds het geval was bij de aftrek van het totale bedrag van de samengevoegde netto-inkomsten.

3. Belastingvermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art. 145/21 tot 145/23, WIB 92)

Nummer 243/48

Op grond van art. 243, derde lid, WIB 92, is - met ingang van aj.1995- de belastingvermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art. 145/21 tot 145/23, WIB 92) eveneens van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

4. Belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten (art. 146 tot 154, WIB 92)

a) Voor de aj. 1991 tot 1994 geldende belastingverminderingen

Algemeen

Nummer 243/49

Wat betreft gewone niet-inwoners zonder tehuis, worden de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten ingevolge de art. 146 tot 154, WIB 92, verleend binnen de perken en onder de voorwaarden zoals bepaald in die artikelen en met inachtneming van het geheel van de binnenlandse en buitenlandse inkomsten.

De belasting waarmee de verminderingen overeenstemmen wordt vastgesteld volgens de belastingschaal vermeld in art. 130, WIB 92, en de verminderingen worden slechts éénmaal verleend voor beide echtgenoten.

Berekeningswijze van de belastingverminderingen

Nummer 243/50

Overeenkomstig art. 243, tweede lid, WIB 92 (zoals van toepassing voor de aj. 1993 en 1994) (7), mag noch bij de berekening van de eigenlijke belasting, noch bij de berekening van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten rekening worden gehouden met de basisbedragen van de belastingvrije som waarvan sprake in art. 131, 1° en 2°, WIB 92 (165.000F voor een alleenstaande en 130.000 F voor elke echtgenoot - die bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 - zie 178/28 en 41).

[ (7) Zie art. 28 en 29, W 28.12.1992 voor de aj. 1991 en 1992.]

Nummer 243/51

Derhalve wordt voor de bedoelde belastingverminderingen steeds uitgegaan van de basisbelasting, dit is de belasting zoals die volgt uit de loutere toepassing van de belastingschaal welke in art. 130, WIB 92, is opgenomen.

Nummer 243/52

Dit heeft tot gevolg dat voor gewone niet-inwoners zonder tehuis de maximumverminderingen voor alleenstaanden en voor echtgenoten gelijk zijn.

Belastingverminderingen voor echtgenoten

Nummer 243/53

De belastingverminderingen voor echtgenoten worden slechts éénmaal per echtpaar (d.w.z. voor beide echtgenoten samen) verleend (zie art. 243, tweede lid, in fine, WIB 92, zoals van toepassing voor de aj. 1993 en 1994) (8).

[ (8) Zie art. 28 en 29, W 28.12.1992 voor de aj. 1991 en 1992.]

Evenredige belastingverminderingen

Nummer 243/54

De belastingverminderingen worden evenredig berekend naar de verhouding tussen het nettobedrag van de belastbare inkomsten (in voorkomend geval van beide echtgenoten) waarvoor de belastingverminderingen worden verleend en de som, samengesteld uit enerzijds het totale bedrag van de samengevoegde netto-inkomsten (d.w.z. het totale bedrag van de netto-inkomsten, in voorkomend geval van beide echtgenoten, van de verschillende in art. 232, WIB 92, bedoelde categorieën, vóór aftrek van de in art. 241, WIB 92, vermelde bestedingen) en anderzijds de netto-inkomsten van buitenlandse oorsprong en/of de binnenlandse netto-inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld (9).

[ (9) Buitenlandse inkomsten die dezelfde aard hebben als binnenlandse inkomsten welke geen aanleiding geven tot regularisatie in de BNI/nat.pers. (b.v. roerende en sommige diverse inkomsten) mogen evenwel buiten beschouwing worden gelaten.]

Geleidelijke afbouw van de belastingverminderingen

Nummer 243/55

De belastingverminderingen worden geleidelijk afgebouwd wanneer de som van enerzijds het belastbare inkomen (d.w.z. het inkomen na aftrek van de bestedingen die krachtens art. 241, WIB 92, in mindering komen van het totale bedrag van de samengevoegde netto-inkomsten) en anderzijds de netto-inkomsten van buitenlandse oorsprong en/of de binnenlandse netto-inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld, meer dan 600.000 F (1) bedraagt, met dien verstande dat :

- de vermindering voor werkloosheidsuitkeringen degressief wordt afgebouwd zodra de hierbovenvermelde som 600.000 F (1) bereikt en op nul valt wanneer die som 750.000 F (1) bereikt;

- de overige verminderingen geleidelijk worden afgebouwd tot een derde en gelijk blijven aan dit derde wanneer de voormelde som 1.200.000 F (1) bereikt.

[ (1) Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92.]

Beperking van de belastingverminderingen

Nummer 243/56

Geen van de belastingverminderingen mag meer bedragen dan het deel van de belasting dat betrekking heeft op de inkomsten waarvoor zij worden verleend (m.a.w. de verminderingen mogen niet meer bedragen dan het gedeelte van de basisbelasting dat betrekking heeft op de inkomsten, in voorkomend geval van beide echtgenoten, waarvoor de vermindering wordt verleend).

Afzonderlijk belastbare inkomsten

Nummer 243/57

De inkomsten die werkelijk afzonderlijk worden belast, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de verschillende belastingverminderingen, noch voor het vaststellen van de eventuele beperking ervan.

Feitelijke belastingvrijstellingen

Nummer 243/58

Er is geen belasting verschuldigd wanneer het inkomen (voor echtgenoten die beiden beroepsinkomsten hebben, de som van het afgezonderde beroepsinkomen en het resterende gezinsinkomen) uitsluitend bestaat uit pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen, wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkeringen of andere vervangingsinkomsten (buitenlandse en bij overeenkomst vrijgestelde binnenlandse inbegrepen), op voorwaarde dat die inkomsten bepaalde grenzen niet overschrijden (feitelijke belastingvrijstellingen als bedoeld in art. 154, WIB 92).

Maximumbelastingverminderingen

Nummer 243/59

De maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor de aj. 1991 tot 1994 zijn opgenomen in 243/Bijlage/2.

Maxima van de feitelijke belastingvrijstellingen

Nummer 243/60

De belasting die overblijft na toepassing van de belastingverminderingen, is niet verschuldigd ingeval de belastingplichtige uitsluitend de volgende inkomsten heeft verkregen (toepassing van art. 154, WIB 92) die niet meer bedragen dan een bepaald maximumbedrag :

1° ofwel pensioenen, vervangingsinkomsten, werkloosheidsuitkeringen en brugpensioenen nieuw stelsel, mits het totaal van de aldus verkregen inkomsten niet meer bedraagt dan het maximum van de wettelijke werkloosheidsuitkering (de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen niet inbegrepen) (12);

2° ofwel brugpensioenen oud stelsel die niet hoger zijn dan het maximumbedrag van het bij CAO nr 17 van 19.12.1974 bedoelde brugpensioen (12);

3° ofwel werkloosheidsuitkeringen die niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de wettelijke werkloosheidsuitkering, verhoogd met een bedrag gelijk aan het maximum van de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen, indien de belastingplichtige op 1 januari van het aj. de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt (12);

4° ofwel wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkeringen die niet hoger zijn dan tien negenden van het maximumbedrag van de wettelijke werkloosheidsuitkering, de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen niet inbegrepen (12).

De sub 1° uiteengezette regel is eveneens van toepassing wanneer de belastingplichtige, naast één of meer aldaar bedoelde inkomsten, ook nog uitsluitend brugpensioenen oud stelsel of wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkeringen heeft verkregen.

[ (12) De maxima van die belastingvrijstellingen voor de aj. 1991 tot 1994 zijn opgenomen in 243/Bijlage/3.]

Voorbeeld (aj. 1994)

Nummer 243/61

Een niet-inwoner zonder tehuis (inwoner van Albanië) die weduwnaar is met 3 kinderen ten laste, heeft vanaf 1.2.1993 een rustpensioen van Belgische oorsprong verkregen van 310.000 F. Hij heeft geen andere belastbare beroepsinkomsten behaald in België, maar hij heeft in Albanië een handelszaak uitgebaat die een nettowinst (na belasting) van 115.000 F heeft opgeleverd.

Berekening van de belasting :

- Belgisch rustpensioen :

310.000 F

Gezamenlijk belastbaar inkomen :

310.000 F

Belasting op 310.000 F :

- 253.000 F x 25 % =

63.250 F

- 57.000 F x 30 % =

17.100 F

80.350 F

Belastingvermindering voor pensioenen :

106.153 F x 310.000/425.000 =

- 77.429 F

Verschuldigde belasting :

2.921 F

b) Vanaf aj. 1995 geldende belastingverminderingen

Algemeen

Nummer 243/62

De bedragen van de verschillende belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten zijn - met ingang van aj. 1995 - rechtstreeks ingeschreven in art. 243, tweede lid, WIB 92.

Die in art. 243, tweede lid, WIB 92, vermelde bedragen zijn basisbedragen die nog moeten geïndexeerd worden. Ingevolge de opschorting van de indexatie is de coëfficiënt 1,0998 van toepassing voor de aj.1994 tot 1999 (cf. art. 178, § 3, 1°, WIB 92). De afronding gebeurt op dezelfde wijze als voor de in art. 147, WIB 92, vermelde bedragen van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, nl. tot de hogere of lagere frank naargelang het cijfer van de tienden al dan niet vijf bereikt (cf. art. 178, § 2, derde lid, WIB 92) .

Maximumbelastingverminderingen

Nummer 243/63

De in art. 243, tweede lid, WIB 92, vermelde basisbedragen van de maximumbelastingverminderingen zijn gelijk aan :

- vermindering voor pensioenen, vervangingsinkomsten, brugpensioenen "nieuw stelsel" en werkloosheidsuitkeringen : 96.520 F;

- vermindering voor brugpensioenen "oud stelsel" : 140.495 F;

- vermindering voor wettelijke ZIV-uitkeringen : 111.907 F.

De geïndexeerde bedragen van die maximumbelastingverminderingen voor gewone niet-inwoners zonder tehuis voor de aj. 1995 en volgende zijn opgenomen in 243/Bijlage/2 (na indexatie zijn de verminderingen dezelfde als die welke voor aj. 1994 van toepassing waren).

Toepassingsmodaliteiten

Nummer 243/64

De in 243/43, eerste lid, en 243/47 tot 52 vermelde regels blijven van toepassing voor aj. 1995 en volgende aj.

Maxima van de feitelijke belastingvrijstellingen

Nummer 243/65

In tegenstelling tot de bedragen van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die dus rechtstreeks in het WIB 92 zijn ingeschreven, moeten de bedragen van de feitelijke belastingvrijstellingen nog wel jaarlijks worden vastgesteld.

Nummer 243/66

De maximumbedragen van die feitelijke belastingvrijstellingen voor de aj. 1995 en volgende zijn opgenomen in 243/Bijlage/3.

5. Vermeerdering wegens geen of onvoldoende voorafbetalingen (art. 157 tot 168, WIB 92) en bonificatie voor voorafbetaling van de belasting (art. 175 tot 177, WIB 92)

Nummer 243/67

Met ingang van aj. 1993 zijn de bepalingen van de art. 157 tot 168, WIB 92, die betrekking hebben op de vermeerdering van de belasting ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan en van de art. 175 tot 177, WIB 92, m.b.t. de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting, eveneens van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

6. Omzetting van kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente (art. 169, WIB 92)

Nummer 243/68

De bepalingen i.v.m. de omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente (cf. art. 169, WIB 92) gelden inzake gewone niet-inwoners zonder tehuis.

7. Afzonderlijke aanslag van sommige inkomsten (art. 171 tot 174, WIB 92)

Nummer 243/69

De in de art. 171 tot 174, WIB 92, opgenomen bepalingen m.b.t. de afzonderlijke aanslag van de in die artikels vermelde inkomsten (tenzij de volledige samentelling van de inkomsten voordeliger uitvalt voor de belastingplichtige) gelden eveneens voor gewone niet-inwoners zonder tehuis.

8. Indexatie (art. 178, WIB 92)

Nummer 243/70

Art. 178, WIB 92, dat bepaalt dat inzake PB de in franken uitgedrukte inkomstengrenzen en -schijven, vrijstellingen, verminderingen, aftrekken en beperkingen of begrenzingen ervan jaarlijks (13) worden geïndexeerd, is eveneens van toepassing voor gewone niet-inwoners zonder tehuis (cf. art. 243, derde lid, WIB 92).

[ (13) Zie commentaar op art. 178, WIB 92, inzake de opschorting van de indexatie voor de aj. 1994 tot 1999.]

Nummer 243/71

Evenwel gebeurt die indexatie slechts voor inkomstengrenzen en -schijven enz. die voorkomen in de art. 7 tot 177, WIB 92, en mits die ook inzake BNI/nat.pers. gelden.

Aldus wordt het in art. 232, tweede lid, WIB 92, vermelde bedrag van 100.000 F dat alleen inzake BNI/nat.pers. van toepassing is, niet geïndexeerd (zie 232/4).

VII. REGELS VOOR DE BEREKENING VAN DE BELASTING M.B.T. NIET-INWONERS MET TEHUIS EN ERMEE GELIJKGESTELDE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

A. ALGEMEEN

Nummer 243/72

Krachtens art. 244, 1°, WIB 92, wordt -in afwijking van art. 243, WIB 92- de belasting op de in de BNI/nat.pers. regulariseerbare inkomsten (zie terzake commentaar op art. 232, WIB 92)van niet-inwoners met tehuis berekend volgens de regels bepaald in titel II, Hoofdstuk III, van het WIB 92 (m.a.w. de art. 130 tot 178, WIB 92) en met inachtneming van de art. 86 tot 89, WIB 92 toekenning van een meewerkinkomen en toerekening van het huwelijksquotiënt) en de art. 126 tot 129, WIB 92 (aanslag van echtgenoten en hun kinderen).

Terzake wordt verwezen naar de commentaar op de voormelde artikels van het WIB 92.

Voor de toepassing van de art. 86 tot 89, WIB 92, en de art. 146 tot 154, WIB 92, wordt in de BNI/nat.pers. evenwel het geheel van de binnenlandse en buitenlandse inkomsten in aanmerking genomen (zie 243/75 tot 91).

Nummer 243/73

De belasting wordt ook berekend volgens de regels die gelden voor niet-inwoners met tehuis (zie 243/72) voor sommige niet-inwoners zonder tehuis die -onder bepaalde voorwaarden- gelijkgesteld kunnen worden met niet-inwoners met tehuis, namelijk diegenen die in België in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen die ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten (zie terzake 243/94 tot 117).

Nummer 243/74

Ook de zogenaamde "bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis zijn op het vlak van de berekening van de belasting gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis (zie 243/118).

B. BIJZONDERHEDEN INZAKE BNI/NAT.PERS.

1. In aanmerking te nemen inkomsten bij de vaststelling van het meewerkinkomen, het huwelijksquotiënt en de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten

a) Algemeen

Nummer 243/75

Overeenkomstig art. 244, WIB 92, kunnen niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden aanspraak maken op :

- de toekenning van een meewerkinkomen, d.w.z. dat een deel van de winst en de baten wordt toegekend aan de echtgenoot die de andere echtgenoot werkelijk helpt in het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid (cf. art. 86 en 89, WIB 92);

- de toerekening van een huwelijksquotiënt, d.w.z. dat een deel van de beroepsinkomsten van de ene echtgenoot wordt toegerekend aan de andere echtgenoot die geen of slechts geringe beroepsinkomsten heeft (cf. art. 87 tot 89, WIB 92);

- de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten zoals die inzake PB gelden (cf. art. 146 tot 154, WIB 92).

Nummer 243/76

Bij de berekening van het huwelijksquotiënt, het vaststellen van het jaarbedrag van 350.000 F (14) van de toegelaten eigen beroepsinkomsten van de echtgenoot waarboven geen meewerkinkomen mag worden toegekend en de evenredige berekening en geleidelijke afbouw van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten, wordt voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden het geheel van de binnenlandse en buitenlandse (beroeps)inkomsten (in voorkomend geval van beide echtgenoten) in aanmerking genomen.

[ (14) Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 - zie 178/28 en 41.]

b) Toepassingsmodaliteiten

Huwelijksquotiënt

Nummer 243/77

Overeenkomstig de art. 87 en 88, WIB 92, wordt, wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd, en wanneer slechts één van de echtgenoten beroepsinkomsten heeft verkregen of de beroepsinkomsten van één echtgenoot minder bedragen dan 30 % van het totale bedrag van de beroepsinkomsten van beide echtgenoten, respectievelijk :

- een deel van de beroepsinkomsten aan de andere echtgenoot toegerekend (30% met een maximum van 270.000 F - te indexeren bedrag);

- een zodanig deel van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot toegerekend aan de echtgenoot met de laagste beroepsinkomsten dat de som van zijn eigen beroepsinkomsten en het toegerekende deel 30 % van dat totale bedrag bereikt met een maximum van 270.000 F (te indexeren bedrag).

Wanneer de eigen beroepsinkomsten van de echtgenoot met de laagste beroepsinkomsten ten minste gelijk zijn aan 270.000 F (te indexeren bedrag), kan er dus geen huwelijksquotiënt worden toegerekend.

Nummer 243/78

Het basisbedrag van 270.000 F wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 (zie 178/28 en 41).

Nummer 243/79

In de BNI/nat.pers. worden voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden de volgende regels toegepast bij de vaststelling van het toe te rekenen huwelijksquotiënt :

- alleen de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van de echtgenoten komen in aanmerking om te bepalen aan wie van de echtgenoten het huwelijksquotiënt wordt toegerekend (d.w.z. aan de echtgenoot met de laagste in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten) en om het bedrag van de beroepsinkomsten te bepalen dat aanleiding geeft tot de toerekening van het huwelijksquotiënt (d.w.z. de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van één der echtgenoten of van de beide echtgenoten);

- om vast te stellen of de eigen beroepsinkomsten van de echtgenoot aan wie het huwelijksquotiënt eventueel kan worden toegerekend, het grensbedrag van 270.000F (te indexeren bedrag) bereiken, worden zowel de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten, de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld, als de buitenlandse beroepsinkomsten van die echtgenoot in aanmerking genomen;

- van het bedrag van het toegerekende huwelijksquotiënt (30 % van de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van de andere echtgenoot of 30% van de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van beide echtgenoten, verminderd met de eigen in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van de echtgenoot met de laagste beroepsinkomsten) worden dan nog de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten van de echtgenoot met de laagste beroepsinkomsten afgetrokken.

Nummer 243/80

Terzake wordt steeds rekening gehouden met netto-beroepsinkomsten (d.w.z. na aftrek van de werkelijke of forfaitaire beroepskosten en van de eventuele buitenlandse belastingen).

Meewerkinkomen

Nummer 243/81

Krachtens art. 86, eerste lid, WIB 92, mag, wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd, een deel van de winst en de baten als meewerkinkomen worden toegekend aan de echtgenoot die de andere echtgenoot in het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid werkelijk helpt en die uit hoofde van een afzonderlijke werkzaamheid tijdens het belastbare tijdperk zelf niet meer dan 350.000 F (te indexeren bedrag) aan beroepsinkomsten heeft verkregen.

Nummer 243/82

Dit bedrag van 350.000 F wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 (zie 178/28 en 41).

Nummer 243/83

In de BNI/nat.pers. wordt voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden bij de beoordeling of het grensbedrag van 350.000 F (te indexeren bedrag) van de toegelaten eigen beroepsinkomsten van de echtgenoot waarboven geen meewerkinkomen mag worden toegekend, al dan niet is overschreden, rekening gehouden met :

- de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van die echtgenoot;

- de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld van die echtgenoot;

- de buitenlandse beroepsinkomsten van die echtgenoot.

Nummer 243/84

Wanneer het totale bedrag van de eigen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten van de echtgenoot meer dan 350.000 F (te indexeren bedrag) bereikt, mag hem geen meewerkinkomen worden toegekend.

Terzake wordt steeds rekening gehouden met netto-beroepsinkomsten (d.w.z. na aftrek van de werkelijke of forfaitaire beroepskosten en van de eventuele buitenlandse belastingen).

Belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten

Nummer 243/85

De belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die inzake PB gelden (cf. art. 146 tot 154, WIB 92) zijn eveneens van toepassing in de BNI/nat.pers. voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden op grond van art. 244, WIB 92.

Nummer 243/86

De voor de aj. 1991 en volgende geldende maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden zijn opgenomen in 243/Bijlage /4.

Er wordt opgemerkt dat de basisbedragen van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten met ingang vanaj.1995 rechtstreeks zijn ingeschreven in het WIB 92 (in casu art. 147, WIB 92). Die bedragen zijn, na indexatie, dezelfde als die van aj. 1994.

Nummer 243/87

In tegenstelling tot de bedragen van de belastingverminderingen die vanaf aj. 1995 rechtstreeks in het WIB 92 zijn ingeschreven, moeten de bedragen van de feitelijke belastingvrijstellingen nog jaarlijks worden vastgesteld.

De maximumbedragen van de feitelijke belastingvrijstellingen (cf. art. 154, WIB 92) voor de aj. 1991 en volgende voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden zijn opgenomen in 243/Bijlage/5.

Nummer 243/88

Voor de berekening van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten in de BNI/nat.pers. voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden zijn dezelfde principes en regels als in de PB van toepassing (zie commentaar op art. 146, WIB 92), met dien verstande evenwel dat in de BNI/nat.pers. bij de evenredige berekening en de afbouw van de belastingverminderingen zowel rekening wordt gehouden met de in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten als met de netto-inkomsten van buitenlandse oorsprong en de binnenlandse netto-inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld (in voorkomend geval van beide echtgenoten).

c) Toepassingsvoorbeeld (aj. 1999)

Nummer 243/89

Een gehuwde gepensioneerde Belgische staatsambtenaar, die inwoner van Spanje is, heeft in 1998 een Belgisch overheidspensioen van 750.000 F verkregen.

Zijn echtgenote verkrijgt een Belgisch pensioen uit een vroegere dienstbetrekking in de particuliere sector van 180.000 F, dat is vrijgesteld in België op grond van het Belgisch-Spaans dubbelbelastingverdrag.

De echtgenoten bezitten een in België gelegen onroerend goed (verhuurd aan een bediende) met een (geïndexeerd) KI van 70.000 F en een in Spanje gelegen onroerend goed met een netto-huurwaarde van 62.000F.

Berekening van het huwelijksquotiënt

- verkrijger van het huwelijksquotiënt : de echtgenote (haar -vrijgestelde- beroepsinkomsten van 180.000 F zijn immers lager dan het grensbedrag van 297.000 F);

- grondslag van het huwelijksquotiënt : 750.000 F;

- bedrag van het huwelijksquotiënt : 750.000 F x 30 % = 225.000 F

- vermindering van het huwelijksquotiënt : 225.000 F - 180.000 F = 45.000 F

Vaststelling van het gezamenlijk belastbaar inkomen

Man

Vrouw

Totaal

Inkomsten van onroerende goederen (70.000 F x 1,4) :

Beroepsinkomsten :
Pensioen (750.000 F) - huwelijksquotiënt (45.000 F) :

98.000 F


705.000 F

-


45.000 F

98.000 F


750.000 F

GBI :

803.000 F

45.000 F

848.000 F

Berekening van de belastingvermindering voor pensioenen

- maximumbelastingvermindering voor echtgenoten : 69.653 F;

- evenredige berekening van de belastingvermindering: 69.653 F x ( 750.000 / 848.000 + 180.000 + 62.000) = 47.926 F;

- afbouw van de belastingvermindering : 47.926 F x 1/3 + 47.926 x 2/3 x ( 1.320.000 - 1.090.000 / 660.000 ) = 15.975 F + 11.134 F = 27.109 F.

d) Aangifte in de BNI/nat.pers.

Nummer 243/90

Met het oog op een correcte toepassing van de regels m.b.t. de berekening van het huwelijksquotiënt, het meewerkinkomen en de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten zijn de belastingplichtigen verplicht hun binnenlandse (beroeps)inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en hun buitenlandse (beroeps)inkomsten -in voorkomend geval van beide echtgenoten- in hun aangifte in de BNI/nat.pers. te vermelden (het betreft in casu vak V van de aangifte van de aj. 1993 tot 1999).

Nummer 243/91

Buitenlandse inkomsten die dezelfde aard hebben als binnenlandse inkomsten welke geen aanleiding geven tot regularisatie in de BNI/nat.pers. (b.v. roerende en sommige diverse inkomsten) mogen echter buiten beschouwing worden gelaten.

2. Bepalingen die niet van toepassing zijn

a) Vermindering voor inkomsten uit het buitenland (art. 155 en 156, WIB 92)

Nummer 243/92

De art. 155 en 156, WIB 92, zijn niet van toepassing bij de berekening van de belasting voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden (zie terzake ook 243/42).

b) Omzetting in rente van kapitalen ter vervanging van onderhoudsuitkeringen (art. 170, WIB 92)

Nummer 243/93

Onderhoudsuitkeringen en kapitalen die zulke uitkeringen vervangen zijn diverse inkomsten (cf. art. 90, 3° en 4° en 228, § 2, 9°, c, WIB 92) die in de BNI/nat.pers. niet regulariseerbaar zijn op grond van art. 232, WIB 92. Terzake is de belasting voor niet-inwoners met tehuis en ermeegelijkgestelden gelijk aan de BV die op die inkomsten betrekking heeft (cf. art. 248, eerste lid, WIB 92)

Derhalve is art. 170, WIB 92, in de praktijk zonder voorwerp voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden (zie ook 243/43).

VIII. GELIJKSTELLING VAN SOMMIGE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS MET NIET-INWONERS MET TEHUIS

A. OP GROND VAN DE AARD EN HET BEDRAG VAN HUN INKOMSTEN GELIJKGESTELDE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS (75%-REGEL)

1. Algemeen

Nummer 243/94

Sommige niet-inwoners zonder tehuis worden op het vlak van de berekening van de belasting gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis op grond van de aard en het bedrag van hun in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare inkomsten (75 %-regel).

Terzake betreft het niet-inwoners die geen tehuis in België hebben, maar die uitsluitend of hoofdzakelijk beroepsinkomsten verkrijgen die in België in de BNI/nat.pers. belastbaar en regulariseerbaar zijn.

Die belastingplichtigen kunnen immers in het land waar zij hun fiscale woonplaats hebben meestal geen aanspraak maken op enigerlei vermindering of vrijstelling in verband met hun persoonlijke of gezinstoestand, omdat zij aldaar geen of slechts geringe inkomsten behalen, zodat de strikte toepassing van het principe van de depersonalisering van de BNI/nat.pers. hen op een onredelijke manier zou treffen.

De gelijkstelling van die belastingplichtigen met niet-inwoners met tehuis is evenwel niet onvoorwaardelijk. Terzake is immers een voorwaarde gesteld die betrekking heeft op de verhouding van hun in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten tot hun "wereld"beroepsinkomsten.

2. Beoogde niet-inwoners zonder tehuis

Nummer 243/95

De gelijkstelling van sommige niet-inwoners zonder tehuis met niet-inwoners met tehuis betreft belastingplichtigen die :

- in België geen tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk (niet-inwoners zonder tehuis);

- en in België belastbare beroepsinkomsten als vermeld in art. 228, § 2, 3°, a, b en e en 4° tot 7°, WIB 92, hebben behaald of verkregen;

- in zover die beroepsinkomsten ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

3. In aanmerking komende beroepsinkomsten

Nummer 243/96

Voor de gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis komen de niet-inwoners zonder tehuis in aanmerking die in België de hiernavermelde in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten behalen of verkrijgen :

- winst opgebracht door bemiddeling van Belgische inrichtingen als vermeld in art. 229, WIB 92, met inbegrip van de vastgestelde of verwezenlijkte meerwaarden op zulke inrichtingen of op hun activabestanddelen (zie 228/13 tot 21 en 229/0 tot 58);

- winst die, zonder bemiddeling van Belgische inrichtingen, voortkomt uit de vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten (zie 228/23, 1°);

- winst die, zonder bemiddeling van Belgische inrichtingen, voortkomt uit de hoedanigheid van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens art. 29, § 2, WIB 92, worden geacht verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn (zie 228/23, 4°);

- baten als vermeld in art. 23, § 1, 2°, WIB 92, die voortkomen uit een in België uitgeoefende werkzaamheid (zie 228/27);

- winst en baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid die in België werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is (zie 228/28);

- in art. 23, § 1, 4° en 5°, WIB 92, vermelde bezoldigingen, pensioenen, renten en toelagen (zie 228/29 tot 32), ten laste :

1° van een rijksinwoner;

2° van een binnenlandse vennootschap of van een vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België;

3° van de Belgische Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten;

4° van een inrichting waarover een in art. 227, WIB 92, bedoelde niet-inwoner in België beschikt;

- bezoldigingen als vermeld in art. 23, § 1, 4°, WIB 92, ten laste van een in art. 227, WIB 92, bedoelde niet-inwoner uit hoofde van een in België uitgeoefende werkzaamheid door een verkrijger die er in een belastbaar tijdperk gedurende meer dan 183 dagen verblijft (zie 228/33 tot 37).

Nummer 243/97

Het betreft hier alleen de beroepsinkomsten die overeenkomstig art. 232, eerste lid, 2°, b, WIB 92, aan een regularisatie (= vestiging van een aanslag) in de BNI/nat.pers. onderworpen zijn.

Uitgesloten zijn derhalve :

- de beroepsinkomsten die vrijgesteld zijn op grond van de art. 230 en 231, WIB 92, of krachtens een door België gesloten dubbelbelastingverdrag;

- de beroepsinkomsten die niet aan een regularisatie in de BNI/nat.pers. onderworpen zijn, nl. :

  • de in art. 228, § 2, 3°, b (15) en c (16), WIB 92, vermelde winst;
  • de winst of de baten van niet-inwonende vennoten of leden van een (binnenlandse of buitenlandse) burgerlijke vennootschap of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid als vermeld in art. 229, § 3, WIB 92, voor zover art. 248, tweede lid, 1°, WIB 92, daadwerkelijk wordt toegepast (de belasting op die winst of baten is dan gelijk aan de erop betrekking hebbende BV en er is geen regularisatie in de BNI/nat.pers.).

[ (15) Hoewel de in art. 228, § 2, 3°, b, WIB 92, bedoelde winst (winst die zonder bemiddeling van Belgische inrichtingen voortkomt uit in België gedane verzekeringsverrichtingen) wel vermeld is in art. 244, WIB 92, mag die categorie van beroepsinkomsten in de praktijk buiten beschouwing worden gelaten.]

[ (16) Vanaf aj. 1993 is de voorheen in art. 228, § 2, 3°, c, WIB 92, vermelde winst begrepen in de in art. 228, § 2, 8°, WIB 92, opgenomen inkomsten die voortkomen uit een in België door een podiumkunstenaar of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid. Die inkomsten zijn geen beroepsinkomsten en komen dus niet in aanmerking voor de beoordeling van de gelijkstelling.]

4. Voorwaarde voor de gelijkstelling : de 75 %-regel

a) Algemeen

Nummer 243/98

De gelijkstelling van de in 243/95 beoogde niet-inwoners zonder tehuis met niet-inwoners met tehuis is afhankelijk van de voorwaarde dat hun in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten ten minste 75% bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

b) Omschrijving

Nummer 243/99

De voorwaarde i.v.m. de verhouding tussen de in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten en het "wereldberoepsinkomen" van de belastingplichtige wordt nagegaan door de vergelijking te maken tussen de volgende twee termen :

- eerste term : het totale bedrag van de in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten;

- tweede term : het totale bedrag van de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten, van de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en van de buitenlandse beroepsinkomsten.

De gelijkstelling met een niet-inwoner met tehuis wordt toegestaan wanneer de eerste term ten minste gelijk is aan 75 % van de tweede term.

Nummer 243/100

De andere inkomsten dan beroepsinkomsten van de belastingplichtigen worden buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van de 75 %-regel.

c) Netto-inkomsten

Nummer 243/101

Alle in de eerste en de tweede term (zie 243/99) beoogde beroepsinkomsten zijn steeds netto-beroepsinkomsten (d.w.z. na aftrek van de werkelijke of forfaitaire beroepskosten, met inbegrip van de buitenlandse belastingen).

d) Echtgenoten

Nummer 243/102

Voor echtgenoten moet inzake de 75 %-regel een onderscheid worden gemaakt naargelang slechts één van hen of beiden in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen.

Nummer 243/103

Eerste geval : slechts één van de echtgenoten heeft in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten behaald of verkregen.

Alleen de beroepsinkomsten van de echtgenoot die in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten heeft behaald of verkregen worden in aanmerking genomen bij de vergelijking van de beroepsinkomsten. De eventuele binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en buitenlandse beroepsinkomsten van de andere echtgenoot blijven dus buiten beschouwing.

Nummer 243/104

Tweede geval : beide echtgenoten hebben in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten behaald of verkregen.

In dit geval moet de 75 %-regel worden beoordeeld voor beide echtgenoten samen; dat betekent dat de in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten van de beide echtgenoten samen ten minste 75% moeten bedragen van het geheel van de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten, de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten van beide echtgenoten.

Het is dus terzake zonder belang dat één van de echtgenoten, op zichzelf beschouwd, niet aan de 75%-voorwaarde voldoet.

e) Voorbeelden (aj. 1999)

Nummer 243/105

1° De Heer en Mevrouw Zondervan, inwoners van Luxemburg, waren in 1998 beiden als bediende tewerkgesteld in een Belgische onderneming.

De man heeft een nettobezoldiging van 800.000 F verkregen (overeenstemmend met een werkzaamheid gedurende het volledige jaar 1998).

De vrouw heeft een nettobezoldiging van 500.000 F verkregen (overeenstemmend met een volledige tewerkstelling van 1.1.1998 tot en met 30.6.1998).

Tijdens de periode van 1.7.1998 tot 31.12.1998 werkte zij voor een Luxemburgse onderneming waarvoor zij een nettobezoldiging van 400.000 F heeft ontvangen.

Beoordeling van de voorwaarde voor de gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis :

- de man vervult de voorwaarde m.b.t. 75 %;

- de vrouw vervult de voorwaarde m.b.t. de 75% echter niet want 500.000F is immers lager dan 675.000 F (75 % van 900.000F);

- beide echtgenoten samen vervullen evenwel de voorwaarde m.b.t. de 75%. Immers 1.300.000 F (800.000 F + 500.000 F) is hoger dan 1.700.000 F (800.000 F + 500.000 F + 400.000F) x 75 %, zijnde 1.275.000 F.

Nummer 243/106

2° De Heer en Mevrouw Quesquater, inwoners van Frankrijk, hebben in 1998 de volgende beroepsinkomsten verkregen :

Man:

Belgisch overheidspensioen : 1.050.000 F (12 m);

Vrouw :

- Belgisch overheidspensioen : 150.000 F (12 m);

- Belgisch privé-pensioen : 580.000 F (12 m).

Voorwaarde voor gelijkstelling :

- de man vervult de 75 %-voorwaarde;

- de vrouw vervult de 75 %-voorwaarde evenwel niet (150.000 F is lager dan 75% van 730.000 F, zijnde 547.500 F);

- beide echtgenoten samen vervullen evenmin de 75 %-voorwaarde (immers 1.050.000 F + 150.000 F = 1.200.000F is lager dan 75 % van 1.050.000 F + 150.000 F + 580.000 F of 75 % van 1.780.000F, zijnde 1.335.000 F).

Vermits de voorwaarde voor de gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis niet vervuld is, zullen de echtgenoten in de BNI/nat.pers. worden belast als gewone niet-inwoners zonder tehuis (d.w.z. overeenkomstig art. 243, WIB 92).

f) Vermelding op de aangifte

Nummer 243/107

De binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten van beide echtgenoten moeten in de aangifte in de BNI/nat.pers. worden vermeld (in vak V van de aangifte voor de aj.1993 tot 1999).

Nummer 243/108

De belastingplichtige kan het bedrag van die beroepsinkomsten aantonen door alle bewijsmiddelen van het gemeen recht met uitzondering van de eed. Het spreekt vanzelf dat een bewijsstuk afgeleverd door een buitenlandse fiscale overheid (b.v. aanslagbiljet of gelijkaardig document) als bewijsmiddel de voorkeur verdient.

g) Bijzonder geval : buitenlandse kaderleden, vorsers en bestuurders zonder tehuis

Nummer 243/109

Voor de buitenlandse kaderleden, vorsers en bestuurders (niet-inwoners) die in het buitenland blijven wonen, maar in België gedetacheerd of tewerkgesteld zijn onder omstandigheden die toelaten aanspraak te maken op het bijzondere aanslagstelsel als bedoeld in 227/4 tot 20 en 235/4 tot 27, wordt de 75 %-regel als volgt toegepast :

- in de eerste term van de vergelijking worden de bezoldigingen als kaderlid enz. die betrekking hebben op de in België uitgeoefende beroepswerkzaamheid (in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare bezoldigingen) alsmede de eventuele andere in de BNI/nat.pers. belastbare en regulariseerbare beroepsinkomsten opgenomen;

- in de tweede term van de vergelijking komen voor :

  • het totale bedrag van de bezoldigingen als kaderlid enz. (met inbegrip van die welke verband houden met de in het buitenland uitgeoefende beroepswerkzaamheid);
  • de eventuele andere in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten, de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten.

Nummer 243/110

De vergoedingen die als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever kunnen worden aangenomen, blijven uiteraard buiten beschouwing.

Nummer 243/111

De gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis wordt slechts toegestaan, mits de in de eerste term opgenomen beroepsinkomsten ten minste 75% bedragen van de in de tweede term vermelde beroepsinkomsten.

Nummer 243/112

Voor het overige zijn voor de buitenlandse kaderleden enz. de in 243/99 tot 108 uiteengezette regels eveneens van toepassing.

h) "Bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis

Nummer 243/113

Voor niet-inwoners zonder tehuis die op grond van een gunstiger non-discriminatiebepaling dan art. 24 van het OESO-modelverdrag 1977 in een door België gesloten dubbelbelastingverdrag gelijkgesteld worden met niet-inwoners met tehuis ("bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis - b.v. inwoners van Nederland - zie 243/28 tot 30) moet normaliter niet worden nagegaan of de voorwaarde voor de gelijkstelling (75 %-regel) vervuld is.

Nummer 243/114

Evenwel kunnen de betrokkenen er soms belang bij hebben gelijkgesteld te worden met niet-inwoners met tehuis op grond van de aard en het bedrag van hun in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten i.p.v. als "bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis. Dit is inzonderheid het geval wanneer de belanghebbenden bestedingen hebben gedaan die van het totale bedrag van hun samengevoegde netto-inkomsten aftrekbaar zijn. Die belastingplichtigen moeten dan uiteraard wel de voorwaarde vervullen om in aanmerking te komen voor de gelijkstelling (75 %-regel).

5. Gevolgen van de gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis

Nummer 243/115

De gelijkstelling met niet-inwoners met tehuis van niet-inwoners zonder tehuis die voldoen aan de terzake gestelde voorwaarde (75 %-regel) houdt in dat voor de betrokken belastingplichtigen bij de berekening van de BNI/nat.pers. dezelfde regels gelden als voor niet-inwoners met tehuis, d.w.z. dat de bepalingen die opgenomen zijn in art. 244 (aanhef), WIB 92 (zie 243/72 tot 93) op hen van toepassing zijn.

Nummer 243/116

Concreet betekent dit dat die belastingplichtigen recht hebben op:

- de toekenning van een meewerkinkomen (volgens de modaliteiten uiteengezet in 243/81 tot 84);

- de toerekening van het huwelijksquotiënt (volgens de modaliteiten uiteengezet in 243/77 tot 80);

- de belastingvrije sommen en de toeslagen erop wegens gezinslasten (zie commentaar op de art. 130 tot 145, WIB 92);

- de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten, berekend volgens de modaliteiten van de PB (zie ook 243/85 tot 89).

Nummer 243/117

In feite is het enige verschil tussen de "eigenlijke" niet-inwoners met tehuis en de - op grond van de aard en het bedrag van hun inkomsten - ermee gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis, dat die laatste categorie van niet-inwoners geen recht heeft op de woningaftrek als bedoeld in art. 16, WIB 92, vermits de gelijkstelling niet is doorgetrokken tot art. 235, 1°, WIB 92.

B. BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

Nummer 243/118

De "bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis (zie 243/28 tot 30) worden op het vlak van de berekening van de belasting volledig gelijkgesteld met niet-inwoners met tehuis, zodat de in 243/72 tot 93 opgenomen bepalingen op hen van toepassing zijn (zie evenwel 243/114).

Die gelijkstelling is evenwel niet van toepassing inzake de woningaftrek (zie 235/1) en de van het totale bedrag van de samengevoegde netto-inkomsten aftrekbare bestedingen (zie 241/9).

IX. GEHUWDE NIET-INWONERS MET OF ZONDER TEHUIS

A. BELASTING ALS ALLEENSTAANDEN

1. Algemeen

Nummer 243/119

Overeenkomstig art. 244bis, eerste lid, WIB 92, worden niet-inwonende gehuwde personen voor de berekening van de BNI/nat.pers. niet als echtgenoten maar wel als alleenstaanden aangemerkt wanneer slechts één van de echtgenoten in België in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000F (te indexeren bedrag).

2. Ratio legis

Nummer 243/120

Wanneer slechts één van de echtgenoten inkomsten verkreeg die in de BNI/nat.pers. belastbaar waren, terwijl de andere echtgenoot binnenlandse inkomsten die bij overeenkomst vrijgesteld waren en/of buitenlandse inkomsten had, kon er een situatie ontstaan die -in gelijke omstandigheden- voor gehuwde niet-inwoners gunstiger was dan voor gehuwde rijksinwoners omdat :

- de belastingvrije som voor echtgenoten steeds tweemaal moest worden toegekend, zelfs indien geen huwelijksquotiënt werd verleend;

- de toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste steeds moesten worden toegekend aan de echtgenoot die de in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten verkreeg, zelfs wanneer gelijkaardige belastingverminderingen in de woonstaat werden verleend aan de andere echtgenoot.

Nummer 243/121

Om gehuwde niet-inwoners niet voordeliger te behandelen dan gehuwde rijksinwoners, werd het belastingstelsel van niet-inwoners dermate gewijzigd, dat bij de berekening van de belasting rekening wordt gehouden met de beroepsinkomsten die niet belastbaar zijn in de BNI/nat.pers.

Nummer 243/122

Daarom bepaalt art. 244bis, WIB 92, dat :

- een gehuwde belastingplichtige (niet-inwoner met of zonder tehuis) van wie de echtgenoot geen in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten verkrijgt, als alleenstaande wordt belast, wanneer die echtgenoot buitenlandse beroepsinkomsten of binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld verkrijgt die meer dan 270.000 F (te indexeren bedrag) bedragen;

- de toeslagen op de belastingvrije som wegens gezinslasten slechts worden verleend wanneer de beroepsinkomsten van de aan de BNI/nat.pers. onderworpen echtgenoot hoger zijn dan de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot.

3. Bedoelde belastingplichtigen

Nummer 243/123

De in 243/122 beoogde maatregel heeft betrekking op niet-inwonende gehuwde belastingplichtigen, ongeacht of zij behoren tot de categorie van niet-inwoners met tehuis (b.v. in België woonachtige buitenlandse kaderleden), tot de categorie van de met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden (bevoorrechte en op grond van de aard en het bedrag van hun inkomsten met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis) of tot de categorie van de gewone niet-inwoners zonder tehuis.

4. Voorwaarden voor het belasten als alleenstaanden

a) Algemeen

Nummer 243/124

Niet-inwonende gehuwde belastingplichtigen worden als alleenstaanden aangemerkt voor de berekening van de belasting wanneer :

- slechts één van de echtgenoten in België aan de BNI/nat.pers. onderworpen inkomsten verkrijgt;

en

- de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten verkrijgt van meer dan 270.000 F (te indexeren bedrag).

b) Eerste voorwaarde : slechts één van de echtgenoten mag in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten verkrijgen

Nummer 243/125

Die voorwaarde houdt in dat zodra beide echtgenoten inkomsten hebben verkregen die in de BNI/nat.pers. worden belast, de betrokkenen bij de regularisatie van hun fiscale toestand als echtgenoten aan de belasting worden onderworpen, ongeacht de aard en de omvang van die inkomsten.

Nummer 243/126

Dit zal b.v. het geval zijn wanneer de echtgenoten in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten behalen uit een in België gelegen onroerend goed.

c) Tweede voorwaarde : de andere echtgenoot heeft binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en/of buitenlandse beroepsinkomsten van meer dan 270.000 F

Nummer 243/127

De echtgenoot die als enige in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten heeft verkregen, wordt als alleenstaande aan de BNI/nat.pers. onderworpen wanneer de andere echtgenoot meer dan 270.000 F (te indexeren bedrag) beroepsinkomsten heeft verkregen van een of van beide hierna opgesomde categorieën :

- binnenlandse beroepsinkomsten die in België evenwel bij overeenkomst zijn vrijgesteld;

- buitenlandse beroepsinkomsten.

Nummer 243/128

Wanneer de andere echtgenoot in het geheel geen beroepsinkomsten heeft of beroepsinkomsten die minder dan 270.000 F (te indexeren bedrag) bedragen, worden de betrokkenen evenwel als echtgenoten aan de belasting onderworpen.

Nummer 243/129

Het basisbedrag van 270.000 F wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92, (zie 178/28 en 41).

Bij de beoordeling van het grensbedrag worden steeds netto-beroepsinkomsten in aanmerking genomen, d.w.z. de inkomsten die overblijven na aftrek van de werkelijke of forfaitaire beroepskosten, met inbegrip van de buitenlandse belastingen.

Nummer 243/130

In de aangifte in de BNI/nat.pers. moeten de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten van de echtgenoten worden vermeld in vak V (aj. 1993 tot 1999). Het bedrag van die beroepsinkomsten kan worden aangetoond door alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, uitgezonderd de eed (b.v. een aanslagbiljet of een bewijsstuk afgeleverd door een buitenlandse fiscale administratie).

5. Gevolgen van het belasten als alleenstaande

Nummer 243/131

Het aanmerken van een gehuwde belastingplichtige als alleenstaande voor de berekening van de BNI/nat.pers. heeft tot gevolg dat :

- geen huwelijksquotiënt kan worden toegerekend en geen meewerkinkomen kan worden toegekend;

- de (éénmalige) belastingvrije som van alleenstaande (165.000 F) wordt verleend (dat bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 - zie 178/28 en 41);

- de regels i.v.m. de aanslag van echtgenoten zonder voorwerp worden (de aanslag in de BNI/nat.pers. moet worden gevestigd op naam van de echtgenoot die in de BNI/nat.pers. belastbare inkomsten heeft verkregen);

- bij de berekening van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten alleen acht wordt geslagen op de inkomsten van de aan de BNI/nat.pers. onderworpen echtgenoot.

De voormelde gevolgen zullen vooral optreden bij niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden. Wat betreft de gewone niet-inwoners zonder tehuis heeft die regeling in de praktijk minder belang omdat zij sowieso geen recht hebben op huwelijksquotiënt, meewerkinkomen en belastingvrije som.

B. TOESLAGEN OP DE BELASTINGVRIJE SOM WEGENS GEZINSLASTEN

1. Algemeen

Nummer 243/132

Krachtens art. 244bis, tweede lid, WIB 92, worden de toeslagen op de belastingvrije som voor personen ten laste (cf. art. 132 en 133, WIB 92) slechts verleend wanneer de aan de BNI/nat.pers. onderworpen echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

In de praktijk is die bepaling uitsluitend van toepassing op niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, daar gewone niet-inwoners zonder tehuis geen aanspraak hebben op toeslagen op de belastingvrije som.

2. Bedoelde toeslagen op de belastingvrije som

Nummer 243/133

Terzake zijn alleen bedoeld de toeslagen op de belastingvrije som waarop een alleenstaande recht heeft, namelijk :

- de toeslagen voor kinderen ten laste;

- de bijkomende toeslag van 10.000 F (17) voor ieder kind dat de leeftijd van 3 jaar niet heeft bereikt op 1.1. van het aj. en voor wie geen uitgaven voor kinderoppas zijn afgetrokken (zie 104/157 e.v.);

- de toeslag voor andere personen ten laste;

- de toeslag voor de gehandicapte belastingplichtige;

- de toeslag voor gehandicapte personen ten laste.

Voor de bedragen van de verschillende toeslagen op de belastingvrije som : zie commentaar op art. 131, WIB 92.

[ (17) Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig art. 178, WIB 92 (zie 178/28 en 41).]

3. Voorwaarde voor het verlenen van de toeslagen op de belastingvrije som

Nummer 243/134

Aan een in de BNI/nat.pers. belastbare gehuwde belastingplichtige die als alleenstaande wordt belast, worden de toeslagen op de belastingvrije som wegens gezinslasten slechts verleend mits het totale bedrag van zijn beroepsinkomsten hoger is dan het totale bedrag van de beroepsinkomsten van zijn echtgenoot (voor beiden wordt rekening gehouden met de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en met de buitenlandse beroepsinkomsten).

Nummer 243/135

Bij de vergelijking van de beroepsinkomsten van de echtgenoten wordt steeds rekening gehouden met netto-beroepsinkomsten (d.w.z. na aftrek van de werkelijke of forfaitaire beroepskosten, met inbegrip van de eventuele buitenlandse belastingen).

C. TOEPASSINGSVOORBEELD (AJ. 1999)

Nummer 243/136

Het echtpaar François (inwoners van Frankrijk) met 3 kinderen ten laste, heeft in 1998 de volgende inkomsten verkregen :

Man : nettowinst (na belasting) uit een in Frankrijk gelegen garage : 750.000 F;

Vrouw : nettobezoldiging als ambtenaar bij een Belgische gemeente : 800.000 F (voor het ganse kalenderjaar).

De vrouw vervult de voorwaarden om gelijkgesteld te worden met een niet-inwoner met tehuis en zal als alleenstaande in de BNI/nat.pers. worden belast op grond van de art. 244 en 244bis, WIB 92, vermits haar echtgenoot (buitenlandse) beroepsinkomsten heeft van meer dan 297.000 F. Zij heeft dus recht op de belastingvrije som van 206.000 F en op de toeslag op de belastingvrije som voor 3 kinderen ten laste van 253.000 F (haar netto-beroepsinkomsten zijn immers hoger dan die van haar echtgenoot).

X. VOOR DE AJ. 1991 EN 1992 GELDENDE BEPALINGEN

A. WETTEKSTEN

1. Aj. 1991

Nummer 243/137

Art. 28, W 28.12.1992 (18) (19). - § 1. In afwijking van artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, wordt de belasting der niet-verblijfhouders voor natuurlijke personen voor het aanslagjaar 1991 overeenkomstig de §§ 2 tot 5 berekend.

[ (18) Art. 28, W 28.12.1992, is een van art. 150, WIB, afwijkende bepaling die alleen voor aj. 1991 geldt.]

[ (19) Zoals gewijzigd door art. 87, W 6.7.1994 en, na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994, door art. 9, W 30.1.1996.]

§ 2. In gevallen als vermeld in artikel 143 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, wordt de belasting berekend volgens de belastingschaal vermeld in de artikelen 7, § 1, en 8 van de wet van 7december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen.

Op de aldus berekende belasting worden de in artikel 87ter van hetzelfde Wetboek vermelde verminderingen toegestaan binnen de perken en onder de voorwaarden gesteld in deze bepaling, met dien verstande dat de ermede verband houdende belasting eveneens overeenkomstig het eerste lid wordt berekend.

Die verminderingen worden voor beide echtgenoten slechts éénmaal verleend en worden vastgesteld met inachtneming van het geheel van de inkomsten, met inbegrip van de buitenlandse inkomsten.

De artikelen 73, 75, 92 en 93 van hetzelfde Wetboek en de artikelen 1 en 2 van de wet van 7 december 1988 zijn eveneens van toepassing.

§ 3. In afwijking van de bepalingen van § 2, wordt de belasting berekend volgens de regels bepaald in de artikelen 73 tot 76, in titel II, hoofdstuk III, van hetzelfde Wetboek en in de artikelen 1 tot 8 van de wet van 7 december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen, wanneer de belastingplichtige gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis heeft behouden, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 87ter van hetzelfde Wetboek en van de artikelen 3 tot 5 van de wet van 7december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen, het geheel van de binnenlandse en buitenlandse inkomsten in aanmerking wordt genomen.

Die regels zijn eveneens van toepassing op de niet-inwonende belastingplichtigen die geen tehuis in België hebben behouden en die in België belastbare beroepsinkomsten als vermeld in artikel 140, § 2, 3°, a, b en e, en 4° tot 7°, hebben behaald of verkregen, in zoverre die inkomsten ten minste 75 pct. bedragen van het geheel van hun binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

§ 4. Voor de toepassing van de §§ 2 en 3 worden gehuwde personen niet als echtgenoten maar als alleenstaanden aangemerkt wanneer slechts één van de echtgenoten in België aan de belasting onderworpen inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 frank.

De toeslagen voor personen ten laste die vermeld zijn in artikel 6, § 1, 3° en § 2 van de wet van 7 december 1988, worden slechts verleend wanneer de aan de belasting onderworpen echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

§ 5. De belasting gevestigd ingevolge de §§2 tot 4 wordt verhoogd met zes opcentiemen ten bate van de Staat, berekend op de wijze als bepaald in artikel 353 van hetzelfde Wetboek.

§ 6. De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ontheffing van de aanslagen die in strijd met de bepalingen van § 1 zijn gevestigd, hetzij ambtshalve wanneer de overbelastingen door de administratie zijn vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie zijn bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, hetzij ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen dezelfde termijn bij de directeur der belastingen van de provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd.

Geen moratoriuminteresten worden toegekend bij teruggave van belasting overeenkomstig het eerste lid.

§ 7. De in dit artikel vermelde artikelen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen zijn de artikelen zoals zij van toepassing waren voor het aanslagjaar 1991.

2. Aj. 1992

Nummer 243/138

Art. 29, W 28.12.1992 (20). - In afwijking van artikel 243 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt de belasting van niet-inwoners voor natuurlijke personen die in België geen tehuis hebben behouden gedurende het volledige belastbare tijdperk, voor het aanslagjaar 1992 overeenkomstig het tweede tot het vierde lid berekend.

[ (20) Art. 29, W 28.12.1992, is een van art. 243, WIB 92, afwijkende bepaling die alleen voor aj. 1992 geldt.]

In gevallen vermeld in artikel 232 vinden de artikelen 86 tot 89 geen toepassing en wordt de belasting berekend volgens de belastingschaal vermeld in artikel 130.

Op de overeenkomstig het vorige lid berekende belasting worden de verminderingen ingevolge de artikelen 146 tot 154 verleend binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald in die artikelen en met inachtneming van het geheel van de binnenlandse en de buitenlandse inkomsten, met dien verstande dat de ermee overeenstemmende belasting eveneens overeenkomstig het vorige lid wordt vastgesteld. Die verminderingen worden voor beide echtgenoten slechts éénmaal verleend.

De artikelen 126 tot 129, 169, 171 tot 174 en 178 zijn eveneens van toepassing.

Art. 244, WIB 92 (21) . - In afwijking van artikel 243 wordt de belasting berekend volgens de regels bepaald in titel II, hoofdstuk III en met inachtneming van de artikelen 86 tot 89 en 126 tot 129, met dien verstande dat voor de toepassing van de artikelen 86 tot 89 en 146 tot 154, het geheel van de binnenlandse en buitenlandse inkomsten in aanmerking wordt genomen :

1° wanneer de belastingplichtige gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis heeft behouden;

2° wanneer de belastingplichtige in België belastbare beroepsinkomsten als vermeld in artikel 228, § 2, 3°, a, b en e, en 4° tot 7°, heeft behaald of verkregen, die ten minste 75 pct. bedragen van het geheel van zijn binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten.

Art. 244bis, WIB 92 (22) . - Voor de toepassing van de artikelen 243 en 244 worden gehuwde personen niet als echtgenoten maar als alleenstaanden aangemerkt wanneer slechts één van de echtgenoten in België aan de belasting onderworpen inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 frank.

De toeslagen voor personen ten laste die vermeld zijn in de artikelen 132 en 133, worden slechts verleend wanneer de aan de belasting onderworpen echtgenoot de meeste beroepsinkomens (lees beroepsinkomsten) heeft.

[ (21) Art. 244, WIB 92, zoals ingevoegd in het WIB 92 bij de coördinatie door KB 10.4.1992, vervangen door art. 12, W 28.12.1992 en, na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994, vervangen door art. 7, W30.1.1996.]

[ (22) Art. 244bis, WIB 92, zoals ingevoegd door art. 13, W 28.12.1992, en gewijzigd door art. 37, W 6.7.1994.]

B. ALGEMEEN

Nummer 243/139

De art. 28 (23) en 29, W 28.12.1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen (V 2212 - Bull. 725) wijzigen het belastingstelsel van de aan de BNI/nat.pers. onderworpen belastingplichtigen m.b.t. de berekening van de belasting.

[ (23) Art. 28, W 28.12.1992, zoals gewijzigd - na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994 - door art. 9, W 30.1.1996.]

Nummer 243/140

Die wijzigingen werken terug tot aj. 1991. Aldus geldt voor aj.1991 een autonome bepaling (art. 28, W 28.12.1992) (2) die afwijkt van art. 150, WIB, zoals gewijzigd bij art. 314, W 22.12.1989 en bij art. 10, W 28.12.1990. Voor aj. 1992 geldt voor gewone niet-inwoners zonder tehuiseen autonome bepaling (art. 29, W 28.12.1992) die afwijkt van art. 243, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 31, W 28.7.1992.

[ (2) Art. 28, W 28.12.1992, zoals gewijzigd - na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994 - door art. 9, W 30.1.1996.]

Nummer 243/141

In het algemeen stemmen de voor de aj. 1991 en 1992 geldende bepalingen inzake de berekening van de BNI/nat.pers. grotendeels overeen met die welke van toepassing zijn vanaf aj. 1993 (zie 243/160). De van de voormelde regels afwijkende bepalingen worden hierna opgesomd.

C. AFWIJKENDE BEPALINGEN

1. Gewone niet-inwoners zonder tehuis

Nummer 243/142

In afwijking van de regels inzake de berekening van de belasting die gelden vanaf aj. 1993 :

- heeft de administratie de toekenning van een meewerkinkomen (cf. art.63, WIB, en art. 3, W 7.12.1988) toegestaan voor aj. 1991 en dit gelet op de onduidelijke redactie van art. 150, WIB;

- is art. 76, WIB (aanrekening van de verliezen van een echtgenoot op de inkomsten van de andere echtgenoot) niet van toepassing vooraj.1991 (cf. redactie van art. 28, § 2, vierde lid, W 28.12.1992)

- zijn de art. 89 tot 91 en 93bis, WIB (aj. 1991) en de art. 157 tot 168 en 175 tot 177, WIB 92 (aj.1992) m.b.t. de vermeerdering wegens geen of onvoldoende voorafbetalingen en de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting niet van toepassing.

2. Niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelde niet-inwoners zonder tehuis

Nummer 243/143

In afwijking van de vanaf aj. 1993 geldende regels inzake de berekening van de belasting zijn voor de aj. 1991 en 1992 de art. 89 tot 91 en 93bis (aj.1991) en de art. 157 tot 168 en 175 tot 177, WIB 92 (aj.1992) niet van toepassing op met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelde "bevoorrechte" niet-inwoners zonder tehuis.

Anderzijds is er -om praktische redenen- beslist dat de voor de aj. 1991 en 1992 gevestigde aanslagen in de BNI/nat.pers. ten name van gepensioneerden NIET moeten worden herzien, wanneer die aanslagen overeenkomstig het arrest van het Arbitragehof van 21.11.1991 werden gevestigd (zie 243/12). Of voldaan is aan de 75 %-regel, moet derhalve slechts vanaf aj. 1993 worden nagegaan.

D. BIJZONDERE TERMIJN VOOR BEZWAAR EN AMBTSHALVE ONTHEFFING (W 28.12.1992)

1. Algemeen

Nummer 243/144

Art. 28, § 6, eerste lid, W 28.12.1992, bepaalt dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar ontheffing verleent van de aanslagen in de BNI/nat.pers. die voor aj. 1991 zijn gevestigd in strijd met de bepalingen die zijn opgenomen in § 1 van hetzelfde artikel :

- ofwel ambtshalve wanneer de overbelastingen door de administratie zijn vastgesteld of door de belastingplichtige aan de administratie zijn bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de bekendmaking van de W28.12.1992 in het Belgisch Staatsblad;

- ofwel ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen dezelfde termijn bij de directeur der belastingen van de provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd.

Nummer 243/145

Krachtens art. 28, § 6, tweede lid, W28.12.1992, worden geen moratoriuminteresten toegekend bij teruggave van belasting overeenkomstig § 6, eerste lid, van hetzelfde art.28.

2. Uiterste datum voor het indienen van een bezwaarschrift of voor het bekendmaken van de overbelastingen

Nummer 243/146

Vermits de W 28.12.1992 in het Belgisch Staatsblad van 31.12.1992 (derde uitgave) werd bekendgemaakt, was de uiterste datum voor het indienen van een bezwaarschrift of voor het bekendmaken van de overbelastingen aan de administratie op grond van art. 28, § 6, eerste lid, W 28.12.1992, 31.12.1993.

3. Bevoegde Gewestelijke directeur der belastingen

Nummer 243/147

De Gewestelijke directeur der directe belastingen die bevoegd is om te beslissen inzake bezwaarschriften en ambtshalve ontheffingen op grond van art. 28, § 6, eerste lid, W 28.12.1992 is de Gewestelijk directeur te Brussel II-vennootschappen (of de door hem gedelegeerde ambtenaar).

4. Toepassingsgebied

Nummer 243/148

De herziening van in de BNI/nat.pers. gevestigde aanslagen voor aj. 1991 op grond van art. 28, § 6, W 28.12.1992 (ofwel ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift, ofwel via een ambtshalve ontheffing), is slechts mogelijk in zoverre die aanslagen gevestigd zijn in strijd met de regels voor de berekening van de BNI/nat.pers. die zijn opgenomen in art. 28, §§ 2 tot 5, W 28.12.1992 (24). De bijzondere termijn mag dus niet worden ingeroepen voor het geheel van de elementen van taxatie.

[ (24) Met dien verstande dat i.p.v. art. 28, § 3, tweede lid, W 28.12.1992 (vernietigd door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994) de in 243/94 bepaalde voorwaarden voor de gelijkstelling in aanmerking worden genomen.]

Nummer 243/149

Concreet zal een voor aj. 1991 in de BNI/nat.pers. gevestigde aanslag nog kunnen worden herzien in de volgende gevallen :

1° m.b.t. niet-inwoners zonder tehuis : wanneer de belastingplichtige inkomsten heeft behaald of verkregen die gezamenlijk zijn belast, maar die overeenkomstig art. 93, WIB, in principe afzonderlijk belastbaar zijn (tenzij de volledige globalisatie voordeliger is voor de belastingplichtige), zoals opzegvergoedingen, achterstallige bezoldigingen enz. (cf. art. 28, § 2, vierde lid, W 28.12.1992).

Terzake wordt opgemerkt dat er in beginsel geen herziening zal moeten gebeuren van aanslagen om de toepassing van art. 92, WIB (omzetting van sommige kapitalen, afkoopwaarden enz. in lijfrente) mogelijk te maken daar de administratie deze omzetting heeft toegepast voor aj. 1991.

2° m.b.t. niet-inwoners met tehuis en ermede gelijkgestelden: wanneer een niet-inwoner zonder tehuis belast is overeenkomstig de regels van art. 150, § 1, WIB, doch de voorwaarde vervult om gelijkgesteld te worden met een niet-inwoner met tehuis (75 %-regel).

Nummer 243/150

Daarentegen kan, indien bij de vestiging van de aanslag in de BNI/nat.pers. voor aj. 1991 op naam van een met een niet-inwoner met tehuis gelijkgestelde niet-inwoner zonder tehuis geen rekening is gehouden met de van het totale bedrag van zijn samengevoegde netto-inkomsten aftrekbare bestedingen die van toepassing zijn voor niet-inwoners met tehuis, die aanslag niet worden herzien op grond van art. 28, § 6, eerste lid, W 28.12.1992 (het toepassingsveld van de bijzondere termijn is immers beperkt tot de aanslagen die gevestigd zijn in strijd met de regels voor de berekening van de belasting die zijn omschreven in art. 28, §§ 2 tot 5, W28.12.1992).

5. Geen moratoriuminteresten

Nummer 243/151

Art. 28, § 6, tweede lid, W 28.12.1992, bepaalt uitdrukkelijk dat geen moratoriuminteresten worden toegekend bij teruggave van belasting ingevolge een bezwaarschrift of een ambtshalve ontheffing op grond van art. 28, § 6, eerste lid, W 28.12.1992.

XI. BIJZONDERE TERMIJN VOOR BEZWAAR EN AMBTSHALVE ONTHEFFING (ART. 12, W 30.1.1996)

A. WETTEKST

Nummer 243/152

Art. 12, W 30.1.1996. - De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ontheffing van de aanslagen die in strijd met de bepalingen van de artikelen 6 tot 9 van deze wet zijn gevestigd, hetzij ambtshalve wanneer de overbelastingen door de administratie zijn vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie zijn bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, hetzij ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen dezelfde termijn bij de directeur der belastingen van de provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd.

Geen moratoriuminteresten worden toegekend bij teruggave van belasting overeenkomstig het eerste lid.

B. ALGEMEEN

Nummer 243/153

Art. 12, eerste lid, W 30.1.1996, bepaalt dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar ontheffing verleent van de aanslagen in de BNI/nat.pers. die zijn gevestigd in strijd met de bepalingen die zijn opgenomen in de art. 6 tot 9 van dezelfde wet :

- ofwel ambtshalve wanneer de overbelastingen door de administratie zijn vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie zijn bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de bekendmaking van de W 30.1.1996 in het Belgisch Staatsblad;

- ofwel ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen dezelfde termijn bij de directeur der belastingen van de provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd.

Nummer 243/154

Krachtens art. 12, tweede lid, W 30.1.1996, worden geen moratoriuminteresten toegekend bij teruggave van belasting overeenkomstig het eerste lid van hetzelfde artikel.

C. UITERSTE DATUM VOOR HET INDIENEN VAN EEN BEZWAARSCHRIFT OF VOOR HET BEKENDMAKEN VAN DE OVERBELASTINGEN

Nummer 243/155

Vermits de W 30.1.1996 in het Belgisch Staatsblad van 30.3.1996 werd bekendgemaakt, was de uiterste datum voor het indienen van een bezwaarschrift of voor het bekendmaken van de overbelastingen aan de administratie op grond van art. 12, eerste lid, W 30.1.1996, 30.3.1997.

D. BEVOEGDE GEWESTELIJKE DIRECTEUR DER BELASTINGEN

Nummer 243/156

De Gewestelijke directeur der directe belastingen die bevoegd is om te beslissen inzake bezwaarschriften en ambtshalve ontheffingen op grond van art. 12, eerste lid, W 30.1.1996 is de Gewestelijk directeur te Brussel II-vennootschappen (of de door hem gedelegeerde ambtenaar).

E. TOEPASSINGSGEBIED

Nummer 243/157

De herziening van in de BNI/nat.pers. gevestigde aanslagen voor de aj. 1991 en volgende op grond van art. 12, W 30.1.1996 (ofwel ingevolge een gemotiveerd bezwaarschrift, ofwel via een ambtshalve ontheffing), is slechts mogelijk in zoverre die aanslagen gevestigd zijn in strijd met de regels i.v.m. de van het totale netto-inkomen aftrekbare bestedingen (cf. art. 27, W 28.12.1992, zoals gewijzigd door art. 8, W30.1.1996 voor aj. 1991 en art. 242, § 1, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 6, W 30.1.1996 voor de aj. 1992 en volgende) en/of de regels voor de berekening van de BNI/nat.pers. ( art. 28, §§ 2 tot 5, W 28.12.1992, zoals gewijzigd door art. 9, W 30.1.1996 voor aj. 1991 en art. 244, WIB 92, zoals vervangen door art. 7, W 30.1.1996 voor de aj. 1992 en volgende).

De bijzondere termijn mag dus niet worden ingeroepen voor het geheel van de elementen van taxatie.

Nummer 243/158

Concreet betreft het dus de herziening van in de BNI/nat.pers. gevestigde aanslagen op naam van niet-inwoners zonder tehuis die de voorwaarden vervullen om op grond van de 75 %-regel (zie 243/98 tot 114) gelijkgesteld te worden met niet-rijksinwoners met tehuis, maar die echter als gewone niet-inwoners zonder tehuis werden belast.

F. GEEN MORATORIUMINTERESTEN

Nummer 243/159

Art. 12, tweede lid, W 30.1.1996, bepaalt uitdrukkelijk dat geen moratoriuminteresten worden toegekend bij teruggave van belasting ingevolge een bezwaarschrift of een ambtshalve ontheffing op grond van art. 12, eerste lid, W 30.1.1996.

XII. VERGELIJKENDE TABELLEN

Nummer 243/160

Om duidelijk het onderscheid te kunnen maken tussen de bepalingen van de BNI/nat.pers. die van toepassing zijn op niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden, gewone niet-inwoners zonder tehuis en bevoorrechte niet-inwoners zonder tehuis, zijn in 243/Bijlage/6 vergelijkende tabellen opgenomen. Die tabellen bevatten, per aanslagjaar, de voor de aj. 1991 tot 1999 geldende toestand.

De categorie van de met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden (75 %-regel) is opgenomen in de kolom van de niet-inwoners met tehuis. Het enige verschil in de fiscale behandeling tussen die 2 categorieën van niet-inwoners betreft het niet-toepassen van de woningaftrek voor die gelijkgestelden.

BIJLAGEN

Samenvattende tabel van de wettelijke bepalingen die voor de aj. 1991 en volgende van toepassing zijn m.b.t. de berekening van de belasting van niet-inwoners (zie 243/3)

Nummer 243/Bijl1

Categorie van niet- inwoners

Aj. 1991

Aj. 1992

Aj. 1993
en 1994

Aj. 1995
tot 1999

1. Niet-inwoners zonder tehuis

Art. 28, § § 1, 2 en 4 tot 7, W 28.12.1992 (afwijking van art. 150, § 1, WIB).

  • Art. 29, W 28.12.1992 (afwijking van art. 243, WIB 92);
  • Art. 244bis, WIB 92 ingevoegd door art. 13, W 28.12.1992 en gewijzigd door art. 37, W 6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.
  • Art. 243, WIB 92, gewijzigd door art. 31, W 28.7.1992 en art. 36, W 6.7.1994;
  • Art. 244bis, WIB 92 ingevoegd door art. 13, W 28.12.1992 en gewijzigd door art. 37, W 6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.
  • Art. 243, WIB 92, gewijzigd door art. 17, W 30.3.1994 en art.97, W 21.12.1994;
  • Art. 244bis, WIB 92 (ingevoegd door art. 13, W 28.12.1992 en gewijzigd door art. 37, W 6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.

2. Niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkge-stelden

  • Art. 28, §§ 1 en 3 tot 7, W 28.12.1992, gewijzigd door art. 87, W 6.7.1994 en na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/94 van 26.4.1994
  • door art. 9, W 30.1.1996 (afwijking van art. 150, § 2, WIB).
  • Art. 244, WIB 92, gewijzigd door art. 12, W 28.12.1992 na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/91 van 26.4.1994 en vervangen door art. 7, W 30.1.1996
  • Art. 244bis, WIB 92 ingevoegd door art. 13, W 6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.
  • Art. 244, WIB 92, gewijzigd door art. 12, W 28.12.1992
  • na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/91 van 26.4.1994- vervangen door art. 7, W 30.1.1996
  • Art. 244bis, WIB 92 ingevoegd door art. 13, W 6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.
  • Art. 244, WIB 92, gewijzigd door art. 12, W 28.12.1992
  • na gedeeltelijke vernietiging door het Arbitragehof bij arrest nr 34/91 van 26.4.1994- vervangen door art. 7, W 30.1.1996
  • Art. 244bis, WIB 92 ingevoegd door art. 13, W6.7.1994);
  • Art. 245, WIB 92.

Maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die van toepassing zijn voor gewone niet-inwoners zonder tehuis (zie 243/59 en 62)

Nummer 243/Bijl2

Aanslagjaar

Pensioenen, vervangingsinkomsten, brugpensioenen "nieuw stelsel" en werkloosheids-uitkeringen

Brugpensioenen "oud stelsel"

Wettelijke

ZIV-uitkeringen

1

2

3

1991

1992

1993

1994

1995 tot 1999

96.345 F

99.744 F

102.553 F

160.153 F

106.153 F

137.796 F

143.543 F

148.865 F

154.516 F

154.516 F

111.855 F

115.798 F

119.076 F

123.075 F

123.075 F

Maxima van de belastingvrijstellingen die van toepassing zijn voor gewone niet-inwoners zonder tehuis (zie 243/60 en 66)

Nummer 243/Bijl3

Aanslagjaar

Pensioenen, vervangingsinkomsten, brugpensioenen "nieuw stelsel" en werkloosheidsuitkeringen (25)

Brugpensioenen "oud stelsel"

Werkloosheidsuitkeringen voor oudere werklozen

Wettelijke ZIV-uitkeringen

1

2

3

4

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

358.987 F

372.234 F

382.758 F

391.757 F

396.307 F

402.168 F

410.206 F

413.728 F

420.046 F

462.214 F

480.985 F

497.477 F

510.036 F

510.745 F

517.905 F

527.948 F

532.029 F

540.543 F

396.336 F

411.022 F

422.740 F

432.608 F

437.704 F

444.288 F

453.016 F

456.846 F

463.866 F

398.874 F

413.593 F

425.287 F

435.286 F

440.341 F

446.853 F

455.784 F

459.698 F

466.718 F

[ (25) De in kolom 1 vermelde maxima zijn eveneens van toepassing wanneer de belastingplichtige, naast één of meer aldaar bedoelde inkomsten, ook nog uitsluitend brugpensioenen (oud stelsel) of wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkeringen heeft verkregen.]

Maximumbedragen van de verschillende belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten die van toepassing zijn voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden (zie 243/86)

Nummer 243/Bijl4

Pensioenen, vervangingsinkomsten, brugpensioenen "nieuw stelsel" en werkloosheidsuitkeringen

1

Brugpensioenen "oud stelsel"

2

Wettelijke ZIV-uitkeringen

3

Aanslagjaar

alleenstaanden

echtgenoten

alleenstaanden

echtgenoten

alleenstaanden

echtgenoten

1991

1992

1993

1994

1995 tot 1999

53.845 F

55.744 F

57.303 F

59.653 F

59.653 F

62.845 F

64.994 F

66.803 F

69.653 F

69.653 F

92.296 F

99.543 F

103.615 F

108.016 F

108.016 F

104.296 F

108.793 F

113.115 F

118.016 F

118.016 F

69.355 F

71.798 F

73.826 F

76.575 F

76.575 F

78.355 F

81.048 F

83.326 F

86.575 F

86.575 F

Maxima van de belastingvrijstellingen die van toepassing zijn voor niet-inwoners met tehuis en ermee gelijkgestelden (zie 243/87)

Nummer 243/Bijl5

Aanslagjaar

Pensioenen, vervangings-inkomsten, brugpensioenen "nieuw stelsel" en werkloosheidsuitkeringen (26)

1

Brugpensioenen "oud stelsel"

2

Werkloosheids-uitkeringen van oudere werklozen

3

Wettelijke ZIV-uitkeringen

4

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

358.987 F

372.234 F

382.758 F

391.757 F

396.307 F

402.168 F

410.206 F

413.728 F

420.046 F

462.214 F

480.985 F

497.477 F

510.036 F

510.745 F

517.905 F

527.948 F

532.029 F

540.543 F

396.336 F

411.022 F

422.740 F

432.608 F

437.704 F

444.288 F

453.016 F

456.846 F

463.866 F

398.874 F

413.593 F

425.287 F

435.286 F

440.341 F

446.853 F

455.784 F

459.698 F

466.718 F

[ (26) De in kolom 1 vermelde maxima zijn eveneens van toepassing wanneer de belastingplichtige, naast één of meer aldaar bedoelde inkomsten, ook nog uitsluitend brugpensioenen (oud stelsel) of wettelijke ziekte- of invaliditeitsuitkeringen heeft verkregen.]

Vergelijkende tabellen (aj. 1991 en volgende)

Nummer 243/Bijl6

A. BNI/nat.pers. (aj. 1991)

Bovenkant formulier

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en

ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

I. Belastbare inkomsten

(art. 140, WIB).

Inkomsten die in België zijn behaald of verkregen (art. 140, § 1, WIB).

II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten

(art. 146 en 147, WIB).

Toepassing regels PB (art. 7 tot 70, WIB) + toepassing :

  • art. 147, § 1, WIB (vrijstelling stopzettingsmeerwaarden bij inbreng van een of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid);
  • art. 147, § 2, WIB (alleen aftrek van beroepskosten i.v.m. in België belastbare beroepsinkomsten);
  • art. 147, § 3, WIB (BNI is geen beroepskost).
    Met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden: idem, uitgezonderd art. 10, WIB (GEEN WONINGAFTREK).

III. Aftrekbare bestedingen

(art. 27, W 28.12.1992).

Toepassing van de art. 71 en 72, WIB; d.w.z. aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen);
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw en vernieuwbouw;
  • betalingen voor pensioensparen (alleen aftrek van de betalingen pensioensparen mits rijksinwoner bij het openen van de rekening of het sluiten van de verzekering).

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Idem.

Idem.

Idem, uitgezonderd art. 10, WIB (GEEN WONINGAFTREK).

Idem, uitgezonderd art. 10, WIB (GEEN WONINGAFTREK).

Uitsluitend aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften aan Belgische instellingen;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen).

NIET aftrekbaar zijn de uitgaven m.b.t. :

  • pensioensparen;
  • kinderoppas;
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

IV. Toekenning meewerkende echtgenoot (art. 28, W 28.12.1992).

Toepassing van art. 3, W 7.12.1988.

Grens van 350.000 F (geïndexeerd) : alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

V. Huwelijksquotiënt (art. 28, W 28.12.1992).

Toepassing van art. 4, W 7.12.1988 (toerekening van een deel van de beroepsinkomsten).

Grens van 270.000 F (geïndexeerd) :

alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

VI. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 28, W 28.12.1992).

Toepassing van art. 73, WIB (principiële samenvoeging), art. 2, W 7.12.1988 (afzondering beroepsinkomsten), art. 75, WIB (geen samenvoeging jaar huwelijk enz.) en art.76, WIB (overdracht verliezen echtgenoten).

Toepassing art. 28, § 4, W 28.12.1992, d.w.z. taxatie als alleenstaanden wanneer slechts een der echtgenoten in de BNI belastbare inkomsten behaald heeft en de andere niet in België belastbare beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 F.

Toeslag voor personen ten laste wordt enkel verleend wanneer de in België belastbare echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

VII. Berekening van de belasting (art. 28, W28.12.1992).

1. Tarief.

Toepassing van de art. 7, § 1, en 8, W7.12.1988.

2. Belastingvrije sommen en toeslagen wegens gezinslasten.

Toepassing van art. 6, W 7.12.1988.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

De toekenning aan de meewerkende echtgenoot werd door de administratie toegestaan voor aj. 1991.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Geen toepassing van art. 4, W7.12.1988.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Toepassing van de art. 73 en 75, WIB, en van de art. 1 en 2, W 7.12.1988.

Geen overdracht van verliezen tussen echtgenoten : art. 76, WIB, is niet van toepassing.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen toepassing van art. 6, W7.12.1988; geen belastingvrije sommen noch toeslagen.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermede

gelijkgestelden (75 %-regel)

3. Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

Toepassing van de regels die gelden inzake PB (cf. art. 87ter, WIB).

Grenzen van 600.000 F, 750.000 F enz.

(geïndexeerd) : alle inkomsten van beide echtgenoten (binnenlandse en buitenlandse) worden ter zake in aanmerking genomen.

4. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland.

Geen toepassing van de art. 87quater en 88, WIB.

De binnenlandse inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse inkomsten komen uitsluitend in aanmerking voor het vaststellen van de grenzen inzake :

  • toekenning meewerkende echtgenoot;
  • huwelijksquotiënt;
  • verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

5. Vermeerdering voor gebrek aan VA.

Toepassing van de art. 89 tot 91, WIB (d.w.z. wel vermeerdering).

6. Bijzondere stelsels van aanslag:

a) Omzetting van sommige kapitalen in lijfrente :

- art. 92, WIB (verzekeringscontracten);

- art. 92bis, WIB (kapitaal i.p.v. onderhoudsuitkering);

b) Afzonderlijke aanslag.

Toepassing van art. 92, WIB.

Toepassing van art. 92bis, WIB (in feite zonder voorwerp).

Toepassing van art. 93, WIB.

7. Bonificatie voor VA.

Toepassing van art. 93bis, WIB.

8. Jaarlijkse indexatie.

Toepassing van art. 8, W7.12.1998.

VIII. Aanvullende belasting (art. 28, §5, W 28.12.1992).

6 opcentiemen ten bate van de Staat berekend op de wijze als bepaald in art. 353, WIB.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

Toepassing van art. 87ter, WIB, volgens de regels van art. 28, § 2, tweede en derde lid, W 28.12.1992; d.w.z. bijzondere belastingvermindering.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen vermeerdering (geen toepassing art. 89 tot 91, WIB).

Geen vermeerdering (geen toepassing art. 89 tot 91, WIB).

Idem.

Geen toepassing van art. 92bis, WIB.

Idem.



Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Geen bonificatie (geen toepassing art. 93bis, WIB).

Geen bonificatie (geen toepassing art. 93bis, WIB).

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

B. BNI/nat.pers. (aj. 1992)

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee

gelijkgestelden (75 %-regel)

I. Belastbare inkomsten (art. 228, WIB 92).

Inkomsten die in België zijn behaald of verkregen (art. 228, § 1, WIB 92).

II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten

(art. 235 tot 238, WIB 92).

Toepassing regels PB (art. 7 tot 103, WIB 92) + toepassing :

  • art. 236, WIB 92 (vrijstelling stopzettingsmeerwaarden bij inbreng van een of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid);
  • art. 237, WIB 92 (alleen aftrek van beroepskosten i.v.m. in België belastbare beroepsinkomsten);
  • art. 238, WIB 92 (BNI is geen beroepskost).

Met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden :

idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92 (GEEN WONINGAFTREK).

III. Aftrekbare bestedingen

(art. 241 en 242, WIB 92).

Toepassing van de art. 104 tot 125, WIB 92; d.w.z. aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen);
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw en vernieuwbouw;
  • uitgaven voor kinderoppas;
  • betalingen voor pensioensparen (alleen aftrek van de betalingen pensioensparen mits rijksinwoner bij het openen van de rekening of het sluiten van de verzekering).

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS

ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Idem.

Idem.

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92

(GEEN WONINGAFTREK).

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92

(GEEN WONINGAFTREK).

Uitsluitend aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften aan Belgische instellingen;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen).

NIET aftrekbaar zijn de uitgaven m.b.t.:

  • pensioensparen;
  • kinderoppas;OPSOMbezoldigingen huisbediende;OPSOMuitgaven
  • onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE BELASTINGPLICHTIGE WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

IV. Toekenning meewerkende echtgenoot (art.29, W 28.12.1992 en art. 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92.

Grens van 350.000 F (geïndexeerd) : alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

V. Huwelijksquotiënt (art.29, W 28.12.1992 en art. 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 (toerekening van een deel van de beroepsinkomsten).

Grens van 270.000 F (geïndexeerd) :

alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

VI. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 29, W 28.12.1992 en art. 244, WIB 92).

Toepassing van art. 126, (principiële samenvoeging), 127 (afzondering beroepsinkomsten), 128 (geen samenvoeging jaar huwelijk enz.) en 129 (overdracht verliezen echtgenoten), WIB 92.

Toepassing art. 244bis, WIB 92, d.w.z. taxatie als alleenstaanden wanneer slechts een der echtgenoten in de BNI belastbare inkomsten behaald heeft en de andere niet in België belastbare beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 F.

Toeslag voor personen ten laste wordt enkel verleend wanneer de in België belastbare echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

VII. Berekening van de belasting

(art. 29, W28.12.1992 en art.244, WIB 92).

1. Tarief

Toepassing van art. 130, WIB 92.

2. Belastingvrije sommen en toeslagen wegens gezinslasten.

Toepassing van de art. 131 tot 145, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS

ZONDER TEHUIS

(bv. inwoners van Nederland)

Geen toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92 cf. art. 29, tweede lid, W 28.12.1992).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Geen toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 cf. art. 29, tweede lid, W 28.12.1992).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen toepassing van de art. 131 tot 145, WIB 92; d.w.z. geen belastingvrije sommen noch toeslagen.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

3. Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

Toepassing van de regels die gelden inzake PB (cf. art. 146 tot 154, WIB 92).

Grenzen van 600.000 F, 750.000 F enz. (geïndexeerd) : alle inkomsten van beide echtgenoten (binnenlandse en buitenlandse) worden ter zake in aanmerking genomen.

4. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland.

Geen toepassing van de art. 155 en 156, WIB 92.

De binnenlandse inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse inkomsten komen uitsluitend in aanmerking voor het vaststellen van de grenzen inzake :

  • toekenning meewerkende echtgenoot;
  • huwelijksquotiënt;
  • verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

5. Vermeerdering voor gebrek aan VA.

Toepassing van de art. 157 tot 168, WIB 92 (d.w.z. wel vermeerdering).

6. Bijzondere stelsels van aanslag:

a) Omzetting van sommige kapitalen in lijfrente :

- art. 169, WIB 92 (verzekeringscontracten);

- art. 170, WIB 92

(kapitaal i.p.v. onderhoudsuitkering);

b) Afzonderlijke aanslag.

Toepassing van art. 169, WIB 92.

Toepassing van art. 170, WIB 92

(in feite zonder voorwerp).

Toepassing van de art. 171 tot 174, WIB 92.

7. Bonificatie voor VA.

Toepassing van de art. 175 tot 177, WIB 92.

8. Jaarlijkse indexatie.

Toepassing van art. 178, WIB 92.

VIII. Aanvullende belasting (art. 245, WIB 92).

6 opcentiemen ten bate van de Staat berekend op de wijze als bepaald in art. 466, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

Toepassing van de art. 146 tot 154, WIB 92, volgens de regels van art. 29, derde lid, W 28.12.1992; d.w.z. bijzondere belastingvermindering.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen vermeerdering (geen toepassing art. 157 tot 168, WIB 92).

Geen vermeerdering (geen toepassing art. 157 tot 168, WIB 92).

Idem.

Geen toepassing van art. 170, WIB 92.

Idem.



Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Geen bonificatie (geen toepassing art. 175 tot 177, WIB 92).

Geen bonificatie (geen toepassing art. 175 tot 177, WIB 92).

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

C. BNI/nat.pers. (aj. 1993 en 1994)

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

I. Belastbare inkomsten

(art. 228, WIB 92).

Inkomsten die in België zijn behaald of verkregen (art. 228, § 1, WIB 92).

II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten

(art. 235 tot 238, WIB 92).

Toepassing regels PB (art. 7 tot 103, WIB 92) + toepassing :

  • art. 236, WIB 92 (vrijstelling stopzettingsmeerwaarden bij inbreng van een of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid);
  • art. 237, WIB 92 (alleen aftrek van beroepskosten i.v.m. in België belastbare beroepsinkomsten);
  • art. 238, WIB 92 (BNI is geen beroepskost);

Met niet-inwoners met tehuis gelijkgestelden :

idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92
(GEEN WONINGAFTREK).

III. Aftrekbare bestedingen

(art. 241 en 242, WIB 92).

Toepassing van de art. 104 tot 116, WIB 92, zoals beperkt in art. 242, § 2, WIB 92; d.w.z. aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen);
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw en vernieuwbouw;
  • uitgaven voor kinderoppas.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Idem.

Idem.

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92 (GEEN WONINGAFTREK).

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92 (GEEN WONINGAFTREK).

Uitsluitend aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften aan Belgische instellingen;
  • erfpacht- en opstalvergoedingen (in België gelegen onroerende goederen).

NIET aftrekbaar zijn de uitgaven

  • m.b.t. :kinderoppas;
  • bezoldigingen huisbediende;OPSOMuitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

IV. Toekenning meewerkende echtgenoot (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92.

Grens van 350.000 F (geïndexeerd) : alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

V. Huwelijksquotiënt (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 (toerekening van een deel van de beroepsinkomsten).

Grens van 270.000 F (geïndexeerd) :

alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

VI. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van art. 126, (principiële samenvoeging), 127 (afzondering beroepsinkomsten), 128 (geen samenvoeging jaar huwelijk enz.) en 129 (overdracht verliezen echtgenoten), WIB 92.

Toepassing art. 244bis, WIB 92, d.w.z. taxatie als alleenstaanden wanneer slechts een der echtgeno ten in de BNI belastbare inkomsten behaald heeft en de andere niet in België belastbare beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 F.

Toeslag voor personen ten laste wordt enkel verleend wanneer de in België belastbare echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

VII. Berekening van de belasting

(art. 243 en 244, WIB 92).

1. Tarief.

Toepassing van art. 130, WIB 92.

2. Belastingvrije sommen en toeslagen wegens gezinslasten.

Toepassing van de art. 131 tot 145, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS

ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Geen toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92 cf. art. 243, eerste lid, WIB 92).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Geen toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 cf. art. 243, eerste lid, WIB 92).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen toepassing van de art. 131 tot 145, WIB 92; d.w.z. geen belastingvrije sommen noch toeslagen.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

3. Belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen.

Toepassing van de art. 145/1, 2° tot 5°, 145/2, 145/4 tot 145/20, WIB 92, vanaf aj. 1993 (alleen verminderingen m.b.t. betalingen pensioensparen mits rijksinwoner bij het openen van de rekening of het sluiten van de verzekering).

Toepassing van de art. 145/1, 1°, 145/2 en 145/3, WIB 92, vanaf aj. 1994.

4. Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

Toepassing van de regels die gelden inzake PB (cf. art. 146 tot 154, WIB 92).

Grenzen van 600.000 F, 750.000 F enz (geïndexeerd) : alle inkomsten van beide echtgenoten (binnenlandse en buitenlandse) worden ter zake in aanmerking genomen.

5. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland.

Geen toepassing van de art. 155 en 156, WIB 92.

De binnenlandse inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse inkomsten komen uitsluitend in aanmerking voor het vaststellen van de grenzen inzake :

  • toekenning meewerkende echtgenoot;
  • huwelijksquotiënt;
  • verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

6. Vermeerdering voor gebrek aan VA.

Toepassing van de art. 157 tot 168, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Toepassing van de art. 145/1, 2° tot 4°, 145/2, 145/4 tot 145/7, 145/17 tot 145/20, WIB 92, vanaf aj. 1993

(geen vermindering m.b.t. betalingen pensioensparen).

Toepassing van de art. 145/1, 1°, 145/2 en 145/3, WIB 92, vanaf aj. 1994.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Toepassing van de art. 146 tot 154, WIB 92, volgens de regels van art. 243, tweede lid, WIB 92; d.w.z. bijzondere belastingvermindering.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

7. Bijzondere stelsels van aanslag:

a) Omzetting van sommige kapitalen in lijfrente :

- art. 169, WIB 92 (verzekeringscontracten);

- art. 170, WIB 92 (kapitaal i.p.v. onderhoudsuitkering);

b) Afzonderlijke aanslag.

Toepassing van art. 169, WIB 92.

Toepassing van art. 170, WIB 92

(in feite zonder voorwerp).

Toepassing van de art. 171 tot 174, WIB 92.

8. Bonificatie voor VA.

Toepassing van de art. 175 tot 177, WIB 92.

9. Jaarlijkse indexatie.

Toepassing van art. 178, WIB 92 (27) .

VIII. Aanvullende belasting (art. 245, WIB 92).

6 opcentiemen ten bate van de Staat berekend op de wijze als bepaald in art. 466, WIB 92.

IX. Aanvullende crisisbijdrage (art. 463bis, WIB 92).

3 opcentiemen op de BNI/nat.pers. vanaf aj. 1994.

[ 27 De indexatie van sommige bedragen is "bevroren" vanaf aj. 1994 (cf. art. 178, § 3, WIB 92).]

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)



Idem.

Geen toepassing van art. 170, WIB 92.

Idem.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

D. BNI/nat.pers. (aj. 1995 tot 1999)

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

I. Belastbare inkomsten

(art. 228, WIB 92).

Inkomsten die in België zijn behaald of verkregen (art. 228, § 1, WIB 92).

II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten

(art. 235 tot 238, WIB 92).

Toepassing regels PB (art. 7 tot 103, WIB 92) + toepassing :

  • art. 235bis, WIB 92 (alleen aftrek van erfpacht- en opstalvergoedingen van de inkomsten van onroerende goederen wanneer ze betrekking hebben op een in België gelegen onroerend goed);
  • art. 236, WIB 92 (28) (vrijstelling stopzettingsmeerwaarden bij inbreng van een of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid);
  • art. 237, WIB 92 (alleen aftrek van beroepskosten i.v.m. in
  • art. 238, WIB 92 (BNI is geen beroepskost);

III. Aftrekbare bestedingen

(art. 241 en 242, WIB 92).

Toepassing van de art. 104 tot 116, WIB 92, zoals beperkt in art. 242, § 2, WIB 92; d.w.z. aftrek van:

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften;
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw en vernieuwbouw;
  • uitgaven voor kinderoppas.

[ 28 Art. 236, WIB 92, is opgeheven m.b.t. de inbrengverrichtingen die plaatsvinden vanaf 30.3.1996.]

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Idem.

Idem.

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92 (GEEN WONINGAFTREK).

Idem, uitgezonderd art. 16, WIB 92 (GEEN WONINGAFTREK).

Uitsluitend aftrek van :

  • onderhoudsuitkeringen (verkrijger = rijksinwoner);
  • giften aan Belgische instellingen.

NIET aftrekbaar zijn de uitgaven

  • m.b.t. :kinderoppas;
  • bezoldigingen huisbediende;
  • uitgaven onderhoud en restauratie;
  • bijkomende interestaftrek.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

Idem als niet-inwoners zonder tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

IV. Toekenning meewerkende echtgenoot (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92.

Grens van 350.000 F (geïndexeerd) : alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse)

V. Huwelijksquotiënt (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 (toerekening van een deel van de beroepsinkomsten).

Grens van 270.000 F (geïndexeerd) :

alle beroepsinkomsten komen in aanmerking (binnenlandse en buitenlandse).

VI. Aanslag van echtgenoten en hun kinderen (art. 243 en 244, WIB 92).

Toepassing van art. 126, (principiële samenvoeging), 127 (afzondering beroepsinkomsten), 128 (geen samenvoeging jaar huwelijk enz.) en 129 (overdracht verliezen echtgenoten), WIB 92.

Toepassing art. 244bis, WIB 92, d.w.z. taxatie als alleenstaanden wanneer slechts een der echtgenoten in de BNI belastbare inkomsten behaald heeft en de andere niet in België belastbare beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 F.

Toeslag voor personen ten laste wordt enkel verleend wanneer de in België belastbare echtgenoot de meeste beroepsinkomsten heeft.

VII. Berekening van de belasting

(art. 243 en 244, WIB 92).

1. Tarief.

Toepassing van art. 130, WIB 92.

2. Belastingvrije sommen en toeslagen wegens gezinslasten.

Toepassing van art. 131 tot 145, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Geen toepassing van de art. 86 en 89, WIB 92 cf. art. 243, eerste lid, WIB 92).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Geen toepassing van de art. 87, 88 en 89, WIB 92 cf. art. 243, eerste lid, WIB 92)

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Geen toepassing van de art. 131 tot 145, WIB 92; d.w.z. geen belastingvrije sommen noch toeslagen.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

3. Belastingverminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen.

Toepassing van de art. 145/1, 1° tot 5°, 145/2 tot 145/20, WIB 92 (alleen verminderingen m.b.t. be-talingen pensioensparen mits rijksinwoner bij het openen van de rekening of het sluiten van de verzekering).

4. Belastingvermindering voor

Toepassing van de art. 145/21 tot 145/23, WIB 92.

5. Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten.

Toepassing van de regels die gelden inzake PB (cf. art. 146 tot 154, WIB 92). De bedragen van de belastingverminderingen zijn ingeschreven in art. 147, WIB 92.

Grenzen van 600.000 F, 750.000 F enz (geïndexeerd) : alle inkomsten van beide echtgenoten

(binnenlandse en buitenlandse) worden terzake in

aanmerking genomen.

6. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland.

Geen toepassing van de art. 155 en 156, WIB 92.

De binnenlandse inkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse inkomsten komen uitsluitend in aanmerking voor het vaststellen van de grenzen inzake :

  • toekenning meewerkende echtgenoot;
  • huwelijksquotiënt;
  • verminderingen voor pensioenen, en vervangingsinkomsten.

7. Vermeerdering voor gebrek aan VA.

Toepassing van de art. 157 tot 168, WIB 92.

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)

Toepassing van de art. 145/1, 1° tot 4°, 145/2 tot 145/7, 145/17 tot 145/20, WIB 92

(geen vermindering m.b.t. betalingen pensioensparen).

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Toepassing van de art. 146 tot 154, WIB 92, volgens de regels van art. 243, tweede lid, WIB 92; d.w.z. bijzondere belastingverminderingen. De bedragen van de belastingverminderingen zijn ingeschreven in art. 243, WIB 92.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

HOEDANIGHEID VAN DE

BELASTINGPLICHTIGE

WETTELIJKE BEPALINGEN

NIET-INWONERS MET TEHUIS en ermee gelijkgestelden (75 %-regel)

8. Bijzondere stelsels van aanslag:

a) Omzetting van sommige kapitalen in lijfrente :

- art. 169, WIB 92 (verzekeringscontracten);

- art. 170, WIB 92 (kapitaal i.p.v. on

Toepassing van art. 169, WIB 92.

Toepassing van art. 170, WIB 92

9. Bonificatie voor VA.

Toepassing van de art. 175 tot 177, WIB 92.

10. Jaarlijkse indexatie.

Toepassing van art. 178, WIB 92 (29) .

VIII. Aanvullende belasting (art. 245, WIB 92).

6 opcentiemen ten bate van de Staat berekend op de wijze als bepaald in art. 466, WIB 92.

IX. Aanvullende crisisbijdrage (art. 463bis, WIB 92).

3 opcentiemen op de BNI/nat.pers.

[ 29 De indexatie van sommige bedragen is "bevroren" vanaf aj. 1994 (cf. art. 178, § 3, WIB 92).]

NIET-INWONERS ZONDER TEHUIS

BEVOORRECHTE NIET-INWONERS ZONDER

TEHUIS

(b.v. inwoners van Nederland)



Idem.

Geen toepassing van art. 170, WIB 92.

Idem.

Idem.

Idem als niet-inwoners met tehuis.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem.

Idem

Idem.

Onderkant formulier